zaterdag 2 december
14 uur. Ik zit op het balkon in de zon. Gisteren zijn we heel vroeg naar bed gegaan. Inderdaad waren we om 7 uur onderweg naar Porto. In Coimbra even koffie gedronken met lekker gebak. Karin kocht voor thuis ook. Porto was zeer mistig en Karin en Ernst waren zeer onrustig. Porto was kil en vies en armoedig. Ik heb het ook anders gezien. Dan maar na koffie snel naar ’t vliegveld.
Aangezien je daar nergens kan zitten, maar met een akelig gevoel ronddrentelt, zijn zij door de paspoortcontrole gegaan en zijn wij aan het hek gaan staan, heel dicht bij waar je de vliegtuigen ziet vertrekken. We zagen Karin en Ernst ook nog in de bus langs komen. Karin liep nog even om de bus om naar ons te wuiven. In het vliegtuig zag ik Karin en ik zwaaide als gek met m’n rooie jas. Iedereen zwaaide naar iedereen. Han zei: “Wie zwaait naar wie? Je weet echt niet of het Karin is.” Mij dondert dat niet. Ik heb naar Karin en Ernst gezwaaid. Als ze het niet geweest zijn, heb ik toch gezwaaid.
Het weer klaarde wat op. Porto bleef in de mist. Wij gingen naar Aveiro, dicht aan de kust. Het blijkt dat ik daar al geweest ben. Ingrid en Tijn hebben daar boodschappen gedaan en ik bleef in de auto zitten wachten en kijken. Ik was het vergeten. Han en ik aten daar en lekker ook. Ik was alleen zeer onrustig, want het bleek een nationale feestdag (Spanje is ooit de deur uitgezet) en de postkantoren zijn gesloten en ik heb m’n kinders en moeder gezegd, dat ik om 6 uur op zou bellen. Zij zitten te wachten en ik kan ze niet bereiken. Om half 8 in Secarias meteen door naar de opbelmogelijkheid hoog in ’t dorp. Els en Jurgen zijn niet meer thuis. Ingrids nummer weet ik nog niet uit m’n hoofd en ik heb het niet bij me. M’n moeders lijn is gestoord. Barbara blijkt thuis en zal de anderen uitleggen hoe de vork in de steel zit. Iets geruster drinken we koffie en gaan doodmoe naar bed.
Vandaag zouden we paddestoelen plukken, maar de timmerman is gekomen om de ramen en deuren in de sponningen te maken. Ook de metselaar is net gearriveerd en is bezig de ingestorte muur op het voorbalkon weer neer te zetten.
maandag 4 december
We hebben nu 1 deur (die van het achterbalkon) met glas en sluiting, vastgezet in specie. Verder kun je er omheen naar buiten kijken. De 2 ramen zijn dicht getimmerd. Wel staan de sponningen erin op dezelfde manier als de deur. Zaterdagmiddag hebben ze van 2 tot 6 hard gewerkt met 3 man. Het neergehaalde muurtje op de voorveranda staat voor het grootste gedeelte weer ruw opgezet op z’n plaats. Wij zaten om 8 uur klaar. De metselaar ook, maar die ging weer: heeft vandaag geen tijd. Misschien deze week dan telefoon.
Karin en Ernst hebben net een zacht weekje gehad. Nu is het weer kouder. Gisteren hebben Han en ik het plafond in de keuken afgemaakt. Wij hadden dat niet gedaan omdat we dachten, dat eerst de muren gedaan moesten worden, maar dat was niet zo. ’s Middags hebben we paddestoelen gezocht en 1 ridderzwam gevonden. Wel een portie wilde venkel. Misschien ga ik ook vermelden wat we eten, want dat is tamelijk afwijkend van wat we gewend waren.
dinsdag 5 december
9 uur ’s morgens. Het regent weer bij bakken. De metselaars zijn bezig, wij doen niets. Gisteren heb ik een cirkelzaag gekocht. We moeten nog zoveel vloeren leggen en we zijn niet in staat om de planken goed te laten doorlopen. Dus een cirkelzaag. Laat niemand denken dat wij van plan zijn primitief te leven, beslist niet. Wij willen wel zo min mogelijk vervuilen, dus al ons gebruikte water opvangen en hergebruiken, waarbij niet de zeep maar de temperatuur een belangrijke factor is waar je rekening mee moet houden.
Gisteren heb ik een grote berg afval afgefikt. Als je dat te lang laat liggen, wonen er weer beesten in. Iedere dag stijgen er ergens in het dal rookkolommen op van fikkies. Deze keer keek ik trots naar mijn teken van activiteit. Ik pakte 2 aardappelen in folie en ’s avonds in het donker zocht ik ze uit de hete as (waar ik ze dus eerst in had gedaan). Lekker met een kluit roomboter en verse peterselie., maar de piepers waren totaal opgebrand. Ze wogen niets meer, waren nog wel even groot, maar pikzwart.
Gisteren werkte ik nog aan onze oprit en de auto staat weer voor de deur. Han houdt zich constant bezig met de afwerking: stopcontact verplaatsen, achterwand van de keukenkasten monteren en één computer staat. Ik verwacht dat, als hij wat schijfjes en papier gevonden heeft (hij heeft hevig gezocht, maar niet gevonden), hij minder haast krijgt met het huis. Ook goed, je moet voor je plezier kunnen leven. Het pleetje is verzet naar de stal, want de metselaars zijn bezig in het rookhol (oude keuken), waar het pleetje stond. ’s Nachts is dat dan wel ver weg. Ik neem wel een emmertje mee naar bed.
In augustus werd ons een huis aangeboden voor 20.000 escudos. Dat blijken 2.000 contos te zijn, hetgeen 2 nullen scheelt. In Nederlands geld was het dus f 300 en blijkt het f 30.000 te zijn. Gisteren moesten we dat persé bekijken en we keken dus. Ik kocht wel een schitterend mooi oud nachtkastje voor f 15. Ik had het voor minder kunnen krijgen, maar ik kan niet pingelen. Een theekastje (een glazen) kon ik nl. later voor f 7,50 krijgen, maar ik heb geen plaats voor een theekastje. Ik heb het ladenkastje van mijn moeder.
Half 10 ’s avonds. Net terug van uit eten. We moesten wel. De metselaars kleden het huis uit tot op het geraamte en dat stuift erg. Alle gestukeerde muren worden beklopt en hol bevonden. Han en ik wisten dat wel, maar wij dachten: dichtplakken en niet met de deuren gooien. Maar de metselaar en zijn hulp denken, dat wij geld plukken van elkaars rug en alles moet dus van het beste en mooiste. Het gevolg is dus dat van de muren alleen het geraamte overeind staat. Dat is een muur van dikke ruwe planken, betimmerd met dwarslatjes op 2 cm afstand van elkaar. Daarop zat (en komt opnieuw) een stuclaag van 2 cm. Verwijderen betekent: verspreiden, in je haren, je neusgaten, tussen de kieren van de kasten door. Alleen in de afwasmachine is het schoon, denk ik. Onze bibliotheek is ook bestoven en de computer.
Vanavond aan Mike werkruimte gevraagd voor Han en gekregen. Vanavond weer gedoucht op de camping. Als douchen je dagelijks goed is, kun je geen idee hebben hoe dat nu is. Je spreekt met elkaar af: vanavond gaan we douchen, en dat vooruitzicht is plezieriger dan vroeger een bioscoopbezoek. Dat is eigenlijk geen eerlijke vergelijking, ik was nl. nooit zo dol op de bioscoop. Enfin, we aten uiteindelijk na douchen en Engelse les (er is nog steeds geen Portugese les) heerlijk in Arganil.
Ik voel me in deze gemeenschap op m’n plaats alsof ik hier geboren ben. Deze mensen hier doen in mijn ogen net zo normaal als ik zou doen. Bv.: Karin heeft haar haar gewassen en komt in de bar met halflang nat haar, waar ze aan zit te plukken. Ze heeft er duidelijk last van. Zé-Luís biedt haar een föhn aan en zij droogt d’r haar in de bar. Doodnormaal zou je zo zeggen. Ja zeker, maar niet in Nederland. Door zulk voor de hand liggend gedrag was ik in Amsterdam toch de “dorpsgek” geworden. Niet voor verstandige en beschaafde mensen, maar voor velen, klein levende, benauwd denkende, onvrije mensen (wie de schoen past, trekke hem aan).
’s Nachts lig ik daar over te piekeren. Is dat het gevolg van de vooruitgang? Of soms van de overbevolking? Of zijn Nederlanders over het algemeen onbeschaafder dan Portugezen? Uit mijn vroegere omgeving kan ik zo een ritsje noemen, speciaal onder de “gestudeerden”, maar ik zal me inhouden. We dronken samen 1 liter wijn, Han en ik. Ik ga zo kijken of ik m’n bed knarsend in moet, maar er wordt eindelijk gewerkt.
woensdag 6 december
Er is hard gewerkt, maar het was toch een moeilijke dag. De keuken is nu niet meer bruikbaar en we kunnen er echt niet tussen uit, terwijl we niet veel kunnen doen. We ruimen wat puin, dragen wat aan, maar zijn hoofdzakelijk aanwezig. Han kreeg gisteren op z’n donder van mij, want die ging boeken zoeken en heen en weer dragen; ziet niets in huis. Op kilometers afstand zie je al dat hij het hele huis niet ziet. Hij is diepzinnig en in zichzelf gekeerd. Ondertussen is er wel een muur afgebroken, die wij niet nodig vonden te vernieuwen. Han zegt: “Jij bent er toch”. Leuk om de bazige vrouw uit te hangen. Dus ik zei tegen Han: “Het oog van de meester maakt de paarden vet en het is ons huis en het interesseert mij niet meer dan jou, dus oplettend aanwezig zijn.”
O.K., leuk is dat niet, maar nodig. Dat blijkt steeds weer. Voor je het weet is alles van cement, daar zweren ze hier bij. Bovendien is er dan nog de spraakverwarring. Zij herhalen hetzelfde zo vaak, dat wij denken dat het volgende aan de orde is, of we begrijpen elkaar gewoon verkeerd. B.v. wij zeiden: een schoorsteen hebben we nodig, maar eerst een pijp tot bovenaan het plafond. Onze kachel is al niet erg voordelig met z’n warmte, dan hebben we de warmte via de pijp erbij. Maar zij hebben iets anders begrepen. Nadat we tevreden uit elkaar gingen: “Zo, toch uit kunnen leggen”, wordt het stookgat toch meteen achter de kachel gemaakt. Soms horen ze wat je zegt, maar geloven ze hun oren niet (een marmeren aanrecht van 2,5 m). Dan moeten we de hulp inroepen van een Portugees sprekende Engelsman of van een Engels sprekende Portugees. Of je bent ingedeeld in het vakje “Rijk” en dan kun je een witte gestukeerde muur niet bedoelen en praten ze net zo lang, totdat ze begrepen hebben wat zij willen.
En soms zijn er gewoon echte misverstanden. Bij het bestellen van de deuren, ramen en luiken zeiden wij: “in de oude stijl”. Nee, ja, precies, kijk hier, kijk daar, ja, natural, ja, van hout, ja, oude stijl. Wat gebeurt: de oude deuren, luiken en ramen die nog goed zijn, zijn van grenehout, heel oud, schitterend van kleur, roodachtig. Dus onze nieuwe ramen en deuren zijn van nieuwe hout, in dezelfde kleur min of meer, maar dat is mahonie, terwijl wij bedoelden: het Portugese grenen (van de dennen hier). Dat is nl. uitstekend en hardhout moet niet en hoeft ook niet. Ze zijn schitterend mooi hoor, maar niet onze vraag.
Eén muur (nee, alle muren) is van antiek sjablonen werk, maar zeer slechte kwaliteit, verbleekt, gaten, bijgepleisterd, beroet, etc., maar één stukje muur is iets beter. Han en ik willen op die muur lijstjes hangen en daar omheen dan de muur maar herstellen en wit maken. En de gaten en lelijke plekken binnen de lijsten horen dan bij het “kunstwerk”. Waren ze gisteren bezig die muur vrij te maken. Nee, ze hadden begrepen dat wij die muur mooi vonden, maar de gaten moesten toch uitgehakt en opnieuw aangesmeerd worden. Je kunt toch ook mooi behang kopen met hetzelfde patroon. Jazeker, ik houd u in de gaten.
Het weer is in onze ogen redelijk, maar op de tv zeiden ze dat tot nu toe de winter 240% natter is dan anders.
zondag 10 december
De omstandigheden wijzigen zich snel. We hebben nu rondom ramen en deuren met glas. De zolder is al heel lang niet meer klam (ik denk sinds wij een elektrische kachel in de bib. stoken). Het weer is zacht. Vanavond tot 6 uur op het balkon gezeten. De vleermuizen en krekels waren weer actief. Allemaal dingen om je blij mee te voelen, maar toch doe ik dat niet. Op dit moment (vandaag eigenlijk) ben ik niet in staat naar onze winsten te kijken, maar blijf ik steken in de voorbijgaande ongemakken. Zoals:
- door de geweldige activiteiten om het huis is het één grote blubber bende. Niet de door mij (ons) verharde oprit, maar voor het afgebroken zijmuurtje, de voordeur, naar en op de binnenplaats.
- Alles zit vol met gruis en cementklodders, ook hier in de bib. waar ik even rustig wil zitten, krijg ik stroeve handen van het steenstof. De vuile afwas van het ontbijt zet ik maar op het balkon, er is geen veilig plekje meer, niet in bed, niet in mijn toilettas, niet in de ijskast. Geen handdoek voelt goed aan. Ik ben er zeer mistroostig van.
Han moest een paar dagen geleden opgebeurd worden, maar daar ben ik nu te moe voor. De metselaar heeft de helft van zijn geld gekregen. Er staat een vracht materiaal, die hij moet betalen. Ogenblikkelijk was hij de rijke meneer, stond erop ons te trakteren, deelde extra geld uit aan z’n maatjes en liet het werken aan de anderen over. Hij verdween gewoon.
Ik moet sterk denken aan een mopje over een geslaagd zakenman en een makkelijk levende asoos. De zakenman zegt tegen de met een grasspriet in z’n mond en in de zon genietende, luierende nietsnut: “Man sta op en verkoop voor mij … (vul maar in ). Krijg je zoveel winst, kun je morgen zelf wat kopen en voor jezelf verkopen. Dan heb je weer iets meer verdiend en dan enz. enz.” “Ja”, zegt de man, “maar dan moet ik wel lang en hard werken en daar wordt ik wel erg moe van en wat bereik ik er mee?” “Nou”, zegt de rijkaard, “je kunt van alles kopen en je kunt van alles bla bla bla”. “Ja”, zegt de nietsnut, “en dan?” “Dan kun je van je rust genieten.” De rijkaard haast zich weg en de nietsnut glimlacht fijntjes en knipoogt tegen de zon.
Zo is het ook met mijn metselaar, vrees ik. Zé-Luís en Teresinha waarschuwden ons, dat als hij geld heeft, hij niet terugkomt voordat het op is en hij moet werken voor de volgende feestvreugde. Ik vind het mopje wel leuk, maar met mijn metselaar vind ik d’r geen barst aan. Ik wil morgen ogenblikkelijk met hem (hij komt zijn personeel opdracht geven) naar een groothandel en het materiaal voor de badkamer uitzoeken en hem betalen. Han is nog niet van die noodzaak overtuigd, die wil eerst onze lekke band laten repareren.
O ja, 2 dingen: ik heb vanmiddag uitparkerend en goed achteruit kijkend aan een paal mijn voorbumper er af gereden en Han heeft in Mike’s kantoor een kamer om met z’n computer aan de gang te gaan. Daar zal hij morgen ook beslist heen gaan, maar ik wil dat huis voor elkaar hebben en ga hier niet in mijn eentje voor waakhond spelen. Het was vandaag wel zondag, maar we konden niet weg. We moesten heel veel doen, voordat morgen het werk (naar ik hoop) weer start. Han heeft één muur in de gang voorzichtig afgebikt. Zij doen dat ook, nl. door er met een hamer op te rammen, maar aan de andere kant zijn de oude, opgeknapte, niet al te sterke muren van de bib. We zouden ons geen raad weten als die muren zouden instorten.
Ik heb eigenlijk niets gedaan, geprobeerd van de oude kozijnen op zolder een raam te timmeren, maar alles is mislukt, waarschijnlijk onze olijven ook. Volgens mij zijn ze bedorven. Misschien te weinig zout, ik heb ook geen duidelijk aanwijzingen. Zout er op is een rekbaar iets. Niet te veel is nog moeilijker. 1 Pond zout per 5 liter water, is dat weinig of veel te veel? Wij weten het niet. Ze zien er niet best uit.
maandag 11 december
10 uur ’s avonds. Een feestavond. De dag was nuttig, doch saai. 4 Mensen werkten hard in ons huis. Han en ik konden er niet bij. Han ging naar Arganil, werken aan z’n computers en de band laten plakken (we hadden een lekke band, natuurlijk in de stortregen). De septic tank blijkt op de plaats te komen waar onze aardbeien staan en 4 slaplantjes opkomen. Een half voetbalveld met niets, uit Nederland brachten wij een paar aardbeiplantjes mee van een oud ras en ik zaaide wat sla en verdomd: uitgerekend op die 2 m2 moet de septic tank komen. Ze begonnen meteen te graven. Dus heb ik gauw een ander plekje gezocht voor onze plantaardige troetels. De aardbeien bloeien trouwens. Half december, ik leef wel in een andere wereld.
Verder heb ik weer een begin gemaakt met het in de cuprinol zetten van vloerdelen voor de woonkeuken (het lijkt binnenkort toch zo ver te zijn, dat we aan de vloer kunnen beginnen). ’s Middags lummelde ik wat met een boek in de zon. Het huis was één kouwe, natte, stinkende, gruizende cementtroep. Moeilijke dagen en je kunt niet weg gaan. Om kwart voor 5 werden we binnen geroepen. De kachel was aan. Op dit moment zitten we dus voor ons open haardje. Het huis is door het vele vocht van de cementmuren erg klam, maar als je bij het vuurtje zit, valt alles weg.
Vanmorgen bood de vrouw van de timmerman ons aan om rond 7 uur iets te eten. Dat was alles wat ik begrepen had. Ik zei “alstublieft”, maar had het juiste niet begrepen. Wel dat het iets met het gisteren geslachte varken had te maken. Daar heb ik niets over gezegd, omdat het door mij alweer vergeten was. Gisterochtend werd nl. onder belangstelling van velen het varken van de timmerman onder protest naar buiten gebracht, op een karretje gelegd en in 2 tellen gedood. Schitterend, of wou je hem soms in een bejaardenhuis laten doodgaan, vanzelf, met doorgezakte, versleten poten en een beknot leven (vermenigvuldigen is er sowieso niet bij)? Er had al weken een hoop hei gelegen op de dorsvloer, die met zorg droog gehouden was. Die bleek te dienen om het varken (dood) te schroeien en de haren af te branden. Dit alles gebeurde snel en sober in een beetje feestelijke sfeer.
Om 7 uur werden wij gehaald door Zé-Luís (een neef van de timmerman) voor een groot slachtfeest diner. Dit was grandioos. Het slachtafval werd gekookt en gebraden opgediend met rijst, aardappelen en gekookte kool en nieuwe, zelfgemaakte wijn, die nog een pietje gistte. Han ging uit zijn bol en hij had gelijk, dit was geweldig. In de kelders van het huis, naast de werkplaats en de wijnopslag (en niet één vaatje hoor) één enorme tafel op schragen en eten van een goed beest met blije mensen. Ze hadden volkomen het recht om blij te zijn. Er is weer voor maanden lekker vlees (goed vlees betekent voor hen niets; hier in deze streken kennen ze geen ander vlees dan goed; alles is hier zeer kleinschalig).
Na het eetfeest werd ter onzer gelegenheid een fles zeer oude port opengemaakt. Heel goed, voor Han te goed, hij gaat nu zuchtend naar bed, niet voordat hij hier zwijmelend over vanavond voor z’n open haardje heeft gezeten. Mijn moeder en de kinderen hoeven niet langerongerust te zijn. Onze woonkeuken is bijna klaar en Portugal is gastvrij en erg aardig voor ons.
donderdag 14 december
Het zijn een paar moeilijke dagen geweest. Er is in huis niet één plaatsje waar we kunnen zitten en we kunnen ook niet weggaan, want er gebeuren steeds kleine dingen, die wij niet willen. We waren maandagavond zo blij met ons kacheltje. Dinsdagochtend deden de metselaars de kachel aan. Het is niet koud, maar wel vochtig. Er zitten honderden liters water in het cement. Er zit op alle muren wel 3 cm dik cement, dat er in 4 verschillende lagen wordt op gezet. Maar het begon te regenen en het water liep de kamer in. Er lagen nog geen dakpannen rond de buitengestoken pijp. Geen nood, ruk de pijp eraf en leg de dakpannen erop. De rook ging zo regelrecht de zolder op, waar Han lag, nog uitgeschakeld door al te feestelijk drankgebruik. Ik smeet het brandende hout het raam uit.
Maar goed, dinsdagavond geen vuurtje (overdag is het heerlijk, ik was een beetje verbrand door de zon) en de nattigheid maakt het akelig. Woensdagavond, ja hoor een schoorsteen(tje) op het dak, 50 cm hoog. Bij ieder zuchtje wind werden wij weggerookt. Toen het begon te regenen ’s avonds kwam één van de metselaars langs om een plasticje onder de pannen te schuiven, want er is nog geen aansluiting tussen de schoorsteen en het dak. Maar voor de buien hier heb je meer nodig dan een plasticje. Dus het water suisde langs de muur.
Vanmorgen was ik kwaad op de baas van de metselaars. Ik zei tegen hem dat de schoorsteen langer moet. Dan hebben ze allemaal dikke verhalen met papier en pen wat het eigenlijk wezen moet en hoe het dak en de daklijn zou moeten zijn. Maar ik zei: “Vandaag een langere pijp of ik doe het zelf.” Han vindt dat wel wat al te cru, maar vanavond dronken we gezamenlijk een glas wijn en Han en ik hebben samen 2,5 m extra pijp erop gezet en ons kacheltje trekt als nooit te voren. Zo, dat voelt weer beter, baas in eigen huis.
Onze toekomstige badkamer, voormalige keuken en rookhok, is afgebroken op één muur na, die waar een spiksplinternieuw raam in zit. Plafond, schoorsteen, vloer, alles is weg. Dat was makkelijker, zeiden ze. De woonkeuken is nog niet klaar. Iedere keer komt er nog een laagje fijner cement op. En zolang die niet klaar is, kunnen Han en ik niets doen. Volgende week gaan we naar Coimbra en blijven één nacht in een hotel, lekker uitvoerig baden en slapen in een echt bed met schone lakens.
Vandaag kreeg ik van Teresinha een kerstboom, dat is een stuk van een grove den. Ik weet niet waar ik die laten moet. Overal lopen kerels. Voor Kerst zijn we uitgenodigd bij Vince en Gwenn en omdat die geen elektriciteit hebben, heeft Mike al hun gasten + Vince en Gwenn uitgenodigd bij hen te komen eten. Ik heb geen idee of er iets van ons verwacht wordt. Heel veel mensen vragen aan mij waarom ik naar Engelse les ga. Ja, dat weet ik ook niet. Er is hier geen Portugese les en Mike geeft Engelse les en in het laatste jaar is dan Engelse conversatie. Maar in die klas zitten maar 5 jonge meisjes, die beslist niet iets meer zullen zeggen dan strikt noodzakelijk en dat is verdomd weinig. Mike heeft van de zomer gezegd, dat die lessen voor mij heel nuttig zouden zijn, omdat mijn Engels slecht is en omdat ik dan meteen Portugees leer. Het eerste is waar, het tweede niet. Maar nu ik er eenmaal naar toe ga, begrijp ik wel waarom Mike er zo op gebrand was dat ik zou komen. Ik krijg ze wel in beweging (beetje). Bovendien maak ik de grootste fouten en ze zien dat ik daarna toch nog ongeschonden naar huis ga.
Gisterochtend wilde ik een foto maken van het door nevel gevulde dal met alleen een door zon belichte heuveltop. Paula’s fototoestel (heb ik in gebruik) lag in de auto. Ik loop even heen en weer. Teruggekomen is het mooie er helemaal af, geen foto dus.
zondag 17 december
We hebben telefoon. ons nummer is: 22096. Vanuit Nederland eerst 09 daarna 35135 en meteen daar achter aan ons nr. Voor de duidelijkheid nog één keer: 09 – 3513522096. Er is nog steeds niets echt klaar. Ons kacheltje kan weer niet aan. Er raasde 2 nachten geleden een geweldige storm. We waren hiervoor gewaarschuwd en we hebben de pijp van de schoorsteen weer eraf laten halen. Het was op de zolder, rechtstreeks onder de pannen zo’n geweld, dat we geen oog dicht deden en onze haren wapperden om onze kop. Toen het ook nog ging regenen hebben we alle kleren, die niet in dozen zaten, naar beneden gebracht. Bij het licht van de zaklantaren hebben we lege dozen op de grond gelegd en daar de kleren op gelegd. De elektriciteit was weer uitgevallen, hetgeen zeer vaak het geval is, 30 min. per week.
De zolder is helemaal met zwart stofgruis, van onder de dakpannen, bedekt. Als het stormt en tegelijk regent gaat de regen onder de dakpannen door. Han en ik zijn de hele week al niet lekker. Ik denk dat dat veel met onze geestelijke hoedanigheid te maken heeft. Alhoewel er hard gewerkt wordt en het ook best opschiet is het voor ons een ramp. Er is geen plaats om je niet lekker te voelen. Soms lees ik wat in de auto. Oen ligt de hele dag in de opslag op een rugzak. Ook ’s avonds is hij steeds minder binnen. Er gebeuren best vermeldenswaardige dingen, maar ik voel me te ongeïnteresseerd om m’n best te doen om het op te schrijven. Bijv.: de metselaar neemt ons mee uit eten, of liever anders. De metselaar (Carlos) wil ons iets te drinken aanbieden in de bar; goed, gezamenlijk naar de bar. De stukadoor vraagt ons daarna mee te gaan naar zijn huis. O.K. We stappen in de auto van de metselaar, met de stukadoor, en vertrekken voor weet ik veel wat? en waarheen? (de auto heeft hij gekocht de éérste dag dat hij bij ons geld verdiend heeft, dus minstens één Portugees is beter van ons geworden).
We stappen uit bij een zeer klein, ontiegelijk armoedig barretje, waar we altijd langs kwamen als we gingen zwemmen, vlak voor restaurant Parreirinha (voor de insiders). Van de zomer zijn we daar nooit binnen geweest omdat het al te schooierig was. De mensen piesten en poepten even om de hoek of langs de weg. Het eten wordt ook langs de weg geroosterd, maar dat is weer heel gewoon, dat gebeurt in Arganil ook en dat is toch een grotere plaats met een rechtszaal en een theater. Nu waren wij daar dus. Het oogt er straatarm, er staat een diepvrieskist een tafel en wat stoeltjes en ze hebben nette stoelen (bankstel) en een deftige kast. Ik weet nog steeds niet wie er rijk of arm is. Eigenlijk hebben ze niets, maar wel een eigen huis (ook deze mensen) en eigen wijn en een nette kamer. Deze wordt overigens niet gebruikt. Wij hebben daar wel eens, ergens anders, staande een glaasje gedronken. Toen ik klein was hadden onze buren dat ook. Haast geen ruimte om te leven, alle kinderen bij elkaar gepropt of op zolder (wel de meisjes en jongens gescheiden), maar één deftige kamer, die iedere week opnieuw een grote beurt kreeg en in de was werd gezet, maar nooit gebruikt. Hier is dat dus voor iedereen nog doodnormaal.
Goed, wij kwamen daar dus, kregen lekker brood, kaas, worst, olijven, wijn. We aten en dronken en gingen weer. Deze mensen vormen een andere gemeenschap in het dorp. Er is een grote groep zachtaardige mensen. Ze houden van mensen, kinderen en beesten en zijn makkelijk in de omgang. Dan is er ook een groep mensen, die een beetje gevaarlijk lijken. Ze rammen hun kinderen en beesten (die geen stap vrij mogen zetten, dus absoluut niet luisteren) en knuffelen ze dan weer plat, als ze merken dat je kijkt. Ik heb van die mensen de indruk, dat ze iemand anders zouden willen zijn, terwijl als ze zichzelf durfden zijn het misschien veel leukere mensen zouden zijn.
Gisteren hebben we 8 flessen witte en 4 flessen rode wijn gekregen, alle van 5 liter. Later meer. Dit is vast een gedeelte van onze eigen druiven. Alle olijven moet ik weggooien. Ze barsten van de wurmen. Karin en Han hebben al hun plukwerk voor niets gedaan. Vandaag vonden we onderweg een omgewaaide bloeiende eucalyptus, die heb ik geplunderd en uitgedeeld.
maandag 18 december
Carlos, de metselaar, heeft vandaag niet gewerkt, tenminste niet in ons huis. Het water stroomt uit ons plafond, op de kachel staan plassen. Want de schoorsteen aansluiting op de dakpannen is nog steeds niet af. De deuren en ramen zijn klaar, maar ze gaan , volgens de gewoonte hier, allemaal naar binnen open en hebben dus geen drempels. Het regent dus gewoon binnen, bij bakken. Wij bezitten onze ziel in lijdzaamheid. Dat is zo tegen mijn natuur, dat ik het gevoel heb of ik kalmerende medicijnen heb geslikt. Vanmorgen op mijn dooie akkertje eens naar de rivier geslenterd. Het water staat heel hoog.
Later toen de zon even scheen heb ik stelt gelopen met de tweeling, maar die zitten zo op elkaars lip, dat ze elkaar vreselijk belemmeren. Net als Els en Paula vroeger. Daar wist ik vroeger geen weg mee. Nu moeiteloos. 25 jaar te laat. De verkiezingen hier geven veel wervingsgedruis en zijn in onze omgeving een enorme overwinning geworden voor de socialisten. Secarias bijna 100%. In Arganil 70%. Dit werd kennelijk uitbundig gevierd want ’s morgens was iedereen laat. In de bar was om 10 uur nog niets gedaan. Ik heb de vloer geveegd en gedweild.
Bij ons viel gisteravond 8 uur de elektriciteit uit en was niet terug voor vanmorgen 11 uur. Het weer was weer zeer slecht, ik was bang dat ons huis het zou begeven, maar gelukkig heeft het geen rimpeltje opgelopen. Het enige dat vandaag aan het huis gewerkt is, is het kaal maken van de voorgevel en er zijn boven de a.s. badkamer, nieuwe dakbalken in gemetseld. Daar hebben Filipe en Michel aan gewerkt (2 jongens van 19 jaar). Ze hebben geen regenkleding en zijn doorlopend verkouden. Nadat ze natgeregend waren heb ik ze bevolen droge truien aan te trekken, hetgeen ze na wat aandrang deden. Ik heb er genoeg, van de meiden en mijn moeder gekregen.
Zaterdag hebben we 4 boompjes gekocht, 1 citroen, 1 sinaasappel en 2 mandarijnen. We moeten nog een plaats bedenken maar Han heeft keelpijn en voelt zich niet erg lekker, dus stellen we het even uit. Nu we noodgedwongen zo inactief zijn, leven we als beesten. We zijn al blij als ons hol droog blijft, eten, slapen, poepen, piesen, daar draait alles nu om en douchen is een uitstapje. Arminda sprak een paar dagen geleden over een traditioneel kerstdiner, waar wij ook op uitgenodigd waren. Voor mijn fantasie gestart was, smoorde zij die in verhalen en beloftes over bacalhau, aardappelen en kool. Ik moest sterk denken aan verhalen over Eskimo’s, die fantaseren over repen tranig walvisspek.
Wat het eten betreft wordt ik steeds meer een zwangere vrouw. Hetgeen ik kan krijgen maakt me een beetje misselijk, ik wil altijd iets anders. Van de enorme hoeveelheden bonen en aardappelen (je hebt toch honger) wordt ik gestaag dikker en ik blijf met gassigheid sukkelen of liever gezegd, Han sukkelt met mijn gassigheid. Ik voel me steeds vreemder, ik ben toeschouwer geworden in mijn eigen avontuur en ik geloof, dat dit avontuur bij lange na niet altijd leuk is.
donderdag 21 december
Gisteren zijn Paula en André hier gekomen. Ik had geld om één paar te laten overkomen, dus ik zei: “Kijk maar wie kan”. Jurgen zit vlak voor zijn afstuderen, dus Els en Jurgen kunnen nu niet. Paula zat met de hond, dus ik dacht: Ingrid en Tijn misschien? Bovendien woont Ingrid in bij Tijn en zijn moeder op een kleine woonboot. Uit ervaring weet ik dat inwonen heel moeilijk is, vooral voor diegene die inwoning krijgt en voor die inwoont. In dit geval heeft Tijn het waarschijnlijk het makkelijkst, voor hem verandert er het minst, hij heeft alleen zijn lief er bij. Dus ik gunde vooral Ingrid en Tijns moeder even rust. Maar ik was veel te laat Zij hadden al allerlei afspraken gemaakt. Paula en André zagen kans om de reis voor de hond geregeld te krijgen. Ze hebben drie dagen gehold en waren toen gisteren in Porto met de hond, onze hond nu: Lana.
Deze is nog zeer beteuterd, Paula en André ook. Ze liggen uitgevloerd in bed. Het regent hier zonder ophouden. De rivier is buiten zijn oevers getreden, de duikplanken staan ook onder water. Han en ik zitten te snoepen, de kinderen hebben met elkaar een kerstpakket samengesteld en dat hadden Paula en André bij zich. Zij vonden het huis al heel veel verbeterd en liepen gisteravond van de ene oh in de andere ach. Net werd door de post een Sinterklaas verrassing gebracht, geen idee van wie, het stempel is niet te lezen, ja Sint en Piet. Alhoewel Spanje dichtbij is, komt hij deze kant nooit de grens over.
Foto’s: Bep Hage
Els zegt
Lekker vlot geschreven humorvolle herkenbare belevenissen in Portugal! Leuk Bep! Ik geniet ervan! Bedankt!
Els
Woont met Joost in Mendeira, een klein dorpje in midden Portugal, tussen Sertã en Tomar.
Winy Schalke zegt
Hallo Els, Heb je gezien dat er nog meer dagboekverhalen van Bep op Portugal Portal staan? Je vindt ze op de pagina van Bep Hage.
Peter T zegt
Vandaag alle dagboeken in een keer van Bep en Han gelezen. Zo boeiend dat ik ze wel moest lezen. Wat een avontuur en dat 33 jaar geleden. Jammer dat december 1989 het laatste deel was of komen er nog meer op Portugalportal.
Hoe dan ook bedankt voor het publiceren.