Wij zijn gewend heen en weer te pendelen tussen Porto en Amsterdam, de ene keer samen, dan weer ieder apart. Eind januari gingen wij naar Nederland. Maria ging begin februari weer naar Porto en wij zouden elkaar snel weer zien. Het liep dus anders. Het pendelen kwam stil te liggen en het zou ruim een half jaar duren voordat ik terug was in mijn tweede thuisstad Porto, mijn Portugese familie en vrienden weer zag en mijn Portugese leventje weer kon oppakken.
In quarantaine
Maandag 9 maart riep premier Rutte in een amateuristisch toneelstukje met Van Dissel van het RIVM op om geen handen meer te schudden, terwijl hij dat de vrijdag ervoor nog niet nodig had gevonden. Vervolgens moest zondag 15 maart eind van de middag de hele horeca binnen een half uur dicht.
De Portugese regering kondigde op 15 maart de nationale noodtoestand uit en in Nederland werd de ene na de andere noodmaatregel getroffen. Volgens mij kwam het allemaal zo’n beetje op hetzelfde neer.
Rond die tijd ben ik in thuisquarantaine gegaan, zijnde een gekwalificeerd risicogeval. Dus geen afspraken met familie en vrienden, maar ook geen boodschappen doen bij de supermarkt. Lieve buren hebben wel aangeboden om boodschappen te doen, maar die deed mijn dochter zo’n beetje eens per week. Gelukkig was het bijna steeds on-Hollands mooi weer, zodat ik iedere dag wel een loopje kon maken. Dan deed ik regelmatig de Albert Cuyp (markt) aan voor groente en fruit. Omdat daar alleen kramen met etenswaar mochten staan, was het er bijzonder rustig en voelde het er minder riskant dan in een supermarkt.
Ondertussen zat Maria in Porto in een vergelijkbare situatie. Het leek wel een moderne variant van de twee koningskinderen: “Sy konden by malkander niet komen”.
Terug in Porto
Eind juli was de situatie zodanig verbeterd dat ik het maar op waagde om naar Porto te vliegen. Het verschil met Amsterdam dat meteen opviel, was dat in winkels máscaras verplicht waren. Verder waren de maatregelen vergelijkbaar, zoals mondkapjes in het openbaar vervoer en in overheidsgebouwen. Ik zag wat meer mensen met mondkapjes op straat en bij veel families werden schoenen uitgetrokken bij binnenkomst. Het begroeten varieerde van wuiven tot de elleboogstoot tot een hand geven tot soms toch een beijo of een abraço. Een beetje als in Nederland.
Weer thuis in Porto (om precies te zijn in Vila Nova de Gaia) betekende ook familie en vrienden weer zien. Afgezien van deze ontmoetingen met vrienden en familie, genoot ik vooral van het samen in onze Portugese woning zijn, van boodschappen doen in onze buurtsuper El Corte Inglès, van de wandelingen langs de oceaan. Weer thuis in Porto betekende ook weer een beetje het Portugese culturele leven oppakken waar het een half jaar eerder onderbroken was. Dat werd onder meer een bezoek aan het museum voor hedendaagse kunst Serralves met interessant werk van Yoko Ono en een, noodgedwongen uitgesteld, bezoek aan het Casa da Arquitectura in Matosinhos.
Inmiddels zijn wij alweer naar Amsterdam geweest en sinds kort weer terug in Porto. Ook het coronavirus dat redelijk onder controle leek, is weer volop terug, zowel in Nederland als hier in Porto. Met als consequentie dat de maatregelen in beide landen weer zijn aangescherpt en er nog weinig zicht is wanneer we weer min of meer terug kunnen naar het vertrouwde normaal. Maar goed, ik wil het nu verder niet over COVID-19 hebben. De feitelijke aanleiding voor dit artikel is het bezoek de afgelopen zomer aan het Casa da Arquitectura.
Het archief van Souto de Moura
Eduardo Souto de Moura begon zijn carrière als architect ten burele van Álvaro Siza Viera die hem in 1992 voorging als eerste Portugese laureaat van de prestigieuze Pritzker-architectuurprijs. Siza Viera zelf werkte als stagiair bij Fernando Távora (1923-2005) wiens ideeën over de modernisering van de Portugese architectuur ten grondslag liggen aan de architectuurstroming die internationaal bekend staat als de School of Porto en die geworteld is in de Faculdade de Arquitectura da Universidade do Porto.
Távora vond dat de gangbare benadering van de architectuur tijdens de Estado Novo onder het bewind van Salazar, die sterk teruggreep op de conventionele architectuur en gebruik van natuurlijke materialen, de vernieuwing van de architectuur in de weg stond. Legendarisch is het verhaal dat Salazar eens aan Távora vroeg of ook hij graniet, dat met name in Noord-Portugal rijkelijk voorhanden is, als een edeler materiaal beschouwde dan beton. Távora antwoordde dat dat niet het geval was, waarop de dictator iets antwoordde als: “Stakkerd, zo jong en al zo verdorven.”
Siza Viera en Souto de Moura zijn prominente vertegenwoordigers van deze moderne architectuurstroming. Samen met Fernando Távora kochten zij een stuk grond aan de Rua de Aleixo in Porto om daar hun kantoren te vestigen. De drie besloten tot een onderlinge competitie voor het ontwerp van het gebouw en concludeerden gezamenlijk dat Siza Viera het beste ontwerp had gemaakt.
In 2019 heeft Eduardo Souto de Moura zijn hele archief van 40 jaar activiteiten als architect, waaronder 604 maquettes, officieel overgedragen aan het Casa da Arquitectura in Matosinhos. Een eerste selectie is nu te zien in de expositie “Souto de Moura – Memória, Projectos, Obras” die wegens COVID-19 verlengd is tot maart 2021. Zo’n 40 projecten worden vertoond met ontwerpschetsen, maquettes, korte toelichtingen en schitterende foto’s van gerealiseerde ontwerpen door de bekende fotograaf Luís Ferreira Alves. Het boeit mij altijd om te zien hoe een architect van een idee tot een gerealiseerd product komt, vooral wanneer dat geïllustreerd wordt met mooie, ambachtelijk uitgevoerde maquettes zoals die in deze presentatie.
Uit de tentoongestelde maquettes heb ik een kleine selectie gemaakt van gerealiseerd werk dat ik dat ik op een na zelf gezien heb. Daarbij plaats ik mijn persoonlijke kanttekeningen.
Éstadio de Braga
Het voetbalstadion in Braga (2003), dat bekend staat als A Pedreira, de steengroeve, is natuurlijk een iconisch werk van Souto de Moura, dat speciaal vermeld wordt in het juryrapport voor de toekenning van Pritzker award in 2011. Het stadion werd ook nog gelauwerd met onder meer in 2003 de Prémio Secil Arquitectura (van de Portugese cementindustrie) en in 2018 de Gouden Leeuw voor de beste deelnemer aan de internationale tentoonstelling van de architectuurbiënnale in Venetië.
Ik moet bekennen dat ik regelmatig in Braga ben geweest, maar nog nooit de moeite heb genomen om naar het stadion te gaan. Ik heb niet zo veel met stadions, maar op de tentoonstelling hangt een foto van Luís Ferreira Alves die A Pedreira toont vlak na de oplevering die ik de lezer niet wil onthouden.
Het complex is inmiddels nodig toe aan een grondige renovatie. Toen de architect eind 2019 het stadion bezocht, schoten hem naar eigen zeggen bijna de tranen in de ogen. De gemeente Braga overweegt ernstig om het te verkopen, om zo de renovatie te bekostigen en af te zijn van hoge onderhoudskosten. Het is de bedoeling om daarover een referendum te organiseren in 2021.
Casa das Histórias Paula Rego
Paula Rego koos Souto de Moura als architect voor dit museum, waar zij zich ook zeer teveden over toonde, toen het in 2009 in gebruik werd genomen. En terecht, het is schitterend complex.
Met dit project neemt de architect in zekere mate afstand van de moderne abstracte stijl die zo dominant in zijn werk aanwezig is en combineert hij hedendaagse elementen met aspecten van de historische architectuur in deze regio. Zeer opvallend zijn de twee roodkleurige betonnen piramidevormige lichtschachten bij de ingang, die door architectuurduiders wel worden geassocieerd met de schoorstenen van het Palácio Nacional in Sintra.
Souto de Moura zelf geeft aan dat deze lanternins mede geïnspireerd zijn op de schoorstenen in de keuken van het klooster van Alcobaça.
Metro do Porto
Souto de Moura was de coördinerende architect bij de aanleg van de metro in Porto, waarvan het eerste traject, tussen het vliegveld Francisco Sá Carneira en het station Trindade in het centrum in 2002 in gebruik werd genomen. In 2004 kwam de lijn naar het voetbalstadion Estádio do Dragão klaar, net op tijd voor Euro 2004. In 2005 werd de lijn naar Vila Nova de Gaia, de zusterstad van Porto ten zuiden van de rivier de Douro in gebruik genomen. Besloten was gebruik te maken van de aanwezige oeververbinding. Souto de Moura maakte het ontwerp voor de versterking van de constructie en de aanpassing van het bovendek van de Ponte Luís I.
Het bovendek van de brug werd afgesloten voor autoverkeer, zodat daar een metrospoor kon worden aangelegd, maar bleef wel toegankelijk voor voetgangers. Het knappe van het ontwerp is dat het metrotraject een bijna organisch deel uitmaakt van de brug uit het eind van de negentiende eeuw en bovendien een geweldig attractie is geworden voor wandelaars met fenomenaal uitzicht op de rivier, de stad Porto en de daken van de portmagazijnen in Vila Nova de Gaia.
Behalve deze oversteek van de metro nam Souto de Moura het ontwerp van 15 stations voor zijn rekening, waarvan het station Casa da Música wellicht het bekendst is. De overige 46 stations werden ontworpen door architecten die allen eveneens tot de School van Porto gerekend konden worden. Zo ontwierp Siza Viera het station São Bento, waar ik een groot zwak voor heb. Je komt eerst in een indrukwekkend vrijwel lege ondergrondse hal, zeg maar crypte, vanwaar je verder afdaalt naar de perrons.
En, je moet het even weten, vanuit de hal kun je ook met een beetje verborgen roltrap naar boven waar je zomaar buiten komt vlak bij de Sé.
Torre de Burgo
De ‘burchttoren’ uit 2007, officieel Edifício São José, is met zijn vrijwel gesloten façade, een van de blikvangers wanneer je over de Avenida de Boavista richting de gelijknamige rotunda rijdt. Deze kantoortoren met 18 verdiepingen en een hoogte van 70 meter was naar eigen zeggen van de bouwmeester, die zijn loopbaan begon met laagbouwwoningen, een ongewone opdracht en een bijzondere uitdaging.
Het gebouw wordt wel vergeleken met stapel pallets en dan is het grappig om te zien dat Souto de Moura inderdaad een aantal pallets gestapeld heeft tijdens het ontwerpproces! Dat idee van de pallets zie je terug in de maquettes en inderdaad in de uiteindelijke constructie.
De westgevel is bekleed met panelen van graniet, een grondstof die rijkelijk voorhanden is in Noord-Portugal, en geeft op mij de indruk van een reusachtig, bijna gesloten persiana, het traditionele Portugese rolluik.
Bekijk je het gebouw van een andere kant dan zie je een verrassend open structuur met veel glas en zonder storende verticale kolommen.
Centro Cultural de Viana do Castelo
In 2008 zag ik in Viana do Castelo de door Siza Vieira ontworpen bibliotheek die begin dat jaar in gebruik was genomen. Dat was aan het Praça da Liberdade, de vernieuwde waterkant naar het ontwerp van Távora. Wat verderop stond het door Távora zelf ontworpen gebouw waar diverse administratieve diensten gevestigd zijn, waaronder het Tribunal de Trabalho. In Nederland hebben we voor arbeidsconflicten tegenwoordig het kantongerecht. Op een nogal braakliggend bouwterrein, zou het door Souto de Moura ontworpen Coliseu verrijzen. In 2013 werd het gebouw, nadat de naam tijdens het moeizame bouwtraject al was veranderd in Pavilhão Multiusos, uiteindelijk als Centro Cultural ingewijd. De maquette op de tentoonstelling maakte mij nieuwsgierig naar het uiteindelijke resultaat.
Toen wij wat later toch naar Vila Nova de Cerveira gingen voor de Biënnale die daar nog tot eind 2020 plaats vindt, gaf dat een mooie gelegenheid om een stop te maken in Viana. Ik ben beslist geen tegenstander van brutalistische architectuur en voor mij is Souto de Moura een groot architect, maar ik vind dit gebouw zeker niet zijn meest geslaagde werk. Afgezien van de plint met de ingangen aan de waterkant komt het als geheel nogal lomp en afwerend over. Daar komt bij dat het gebouw abrupt het zicht vanaf het plein op het water van de rivier Lima doorbreekt.
Viana do Castelo was dus een tussenstop op weg naar Vila Nova de Cerveira, dat zich afficheert als Vila das Artes. Je zou het ook Vila de Crochet kunnen noemen, althans in de zomer, wanneer de plaats volledig opgeleukt is met haakwerk. Zo staat er een compleet gehaakt coreto inclusief muzikanten, waar ook nog muziek uit klinkt.
Maar het ging ons om de Biënnale, die een bezoek zeker waard is. Gezien de bijzondere situatie is de te volgen route in de tentoonstelling aangegeven net als de plekken waar je kunt staan om de werken te bekijken. Deze route kun je ook virtueel volgen op bienaldecerveira.pt. Hier dan toch ook maar een foto van een werk dat ons bijzonder trof. Helaas herinner ik mij de naam van de maker niet.
Faixa Marginal de Matosinhos-Sul
Eind twintigste eeuw boden de kades langs de oceaan in Matosinhos (en het aangrenzende Leça de Palmeira) een vrij troosteloze aanblik. Door de teloorgang van de visconservenindustrie hadden deze kades een groot deel van hun functie verloren. De oude fabrieksgebouwen werden in toenemende mate vervangen door woningen, vooral voor inwoners van Porto waar woonruimte schaars was, en de gemeente besloot de waterkant een grondige facelift te geven. Daartoe werd het drietal Távora, Siza Viera en Souto de Moura uitgenodigd. Van de hand van de laatste is de reconstructie van de kade in Matosinhos-Zuid. Begrijpelijkerwijs is daarvan geen maquette te zien op de tentoonstelling, maar wel een wandvullende foto van het resultaat in 2002 door Ferreira Alves.
Om een indruk te geven: het granieten platform is 19 meter breed en 740 meter lang en een gewilde plek voor skateboards en ander vermaak op wieltjes. De betonen afvalbakken zijn inmiddels vervangen door metalen en achter de molhe, de havenpier, is nu wat vaag een gebouw uit 2015 te zien dat hier vandaan van afstand er op het eerste gezicht een beetje uitziet als een Zeeuwse bolus. Het is de passagiersterminal voor cruiseschepen van de architect Luís Pedro Silva.
Casa da Arquitectura
Zoals ik al schreef is de tentoonstelling met het werk van Souto de Moura in het Casa da Arquitectura in Matosinhos op het voormalige fabriekscomplex waar in de eerste drie decennia van de negentiende eeuw de Real Companhia Vinícola gevestigd was dat daarna onder meer diende voor huisvesting van bewoners die door de ontwikkeling van het nieuwe havengebied van Matosinhos en Leça da Palmeira hun woning kwijt raakten. Nog weer later werd het complex gebruikt voor huisvesting van retornados, Portugezen die na de onafhankelijkheid van de koloniën in Afrika terugkeerden. Eind twintigste eeuw was het complex verlaten en bevond het zich in een toestand van versneld verval tot de gemeente Matosinhos het complex verwierf en tussen 2015 en 2017 restaureerde. Met andere industriële gebouwen liep het veelal minder goed af.
Matosinhos had zo’n beetje de grootste visconservenindustrie van Portugal, misschien wel van Europa, en die is grotendeels verdwenen. Veel gebouwen van fabrieken die sloten, werden gesloopt om plaats te maken voor woningbouw, andere staan tot vandaag de dag leeg en te vervallen.
Wanneer je toch in Matosinhos bent
Al is de visconservenindustrie grotendeels verdwenen, in Matosinhos wordt er nog altijd volop vis gevangen. En gegeten!
Naar verluidt, vind je in Matosinhos met 600 restaurants de meeste restaurants per vierkante meter in Europa, waar in overgrote meerderheid vooral vis en schaaldieren op het menu staan. Zeker waar is dat je in wat ook wel de eetkamer van Porto wordt genoemd, niet lang hoeft te zoeken een plek waar je loeiverse vis kunt eten. Dus geen sardientjes uit blik, maar vers uit zee op je bord, vooral in de buurt van de vissershaven met de lota, visafslag, van Docapesca. Vanaf de kades met de aangemeerde traineiras heb je een goed zicht op de cruiseterminal, die van deze kant gezien meer doet denken aan een oester.
Ga je richting Porto, inderdaad via de door Souto de Moura heringerichte boulevard, dan zie je op de grens tussen Matosinhos en Porto een reusachtige visfuik zweven. De inspiratie voor deze installatie uit 2005 haalde Janet Echelman uit het traditionele boeten van netten en fuiken voor de visvangst en de gestreepte staken om vis te roken in deze vissersplaats. Ze gaf het werk als titel She Changes, maar in de volksmond werd het al snel Anémona, omdat het sterk doet denken aan een bewegende zeeanemoon. De oorspronkelijke verlichting ’s avonds met wisselende kleurschakeringen is helaas inmiddels vernield.
Mij is verteld dat Souto de Moura ook had meegedongen …
Hier vandaan (terug) naar het centrum van Porto vergt een pittige wandeling, maar je kunt ook de bus of de metro nemen. Of als je een fiets (gehuurd) hebt …
En nu verder …?
De magusto rond São Martinho op 11 november, kastanjes rapen en poffen met vrienden, zat er deze herfst niet in.
Sinterklaas in Nederland gaat ook niet lukken.
Het is afwachten met wie wij op kerstavond aan de bacalhau kunnen zitten …
Maar we hebben goede hoop dat de geboekte theatervoorstelling over twee weken doorgaat en dat de musea openblijven …
En dat het weer vaak aangenaam genoeg is om langs de oceaan te lopen!
Anthonia Jongh zegt
Heel fijne informatie, we bezoeken eind december een concert in Casa Música en gaan kijken of we er een paar dagen aan kunnen vastplakken om meer te bekijken ten noorden van Porto, dank voor de goede tips.
Felix zegt
Goed plan, Anthonia! Bedankt voor je aardige reactie.
A. van Lieshout zegt
Dank je Felix voor je prachtige beschrijvingen van Matosinhos.
Even was ik (op mijn Nederlandse bank) weer op de boulevard met zijn geweldig mooie licht.
Anne-Riet van Lieshout
Felix zegt
Leuk Anne-Riet!
Op je bank mis je helaas wel het geluid en de geur van de oceaan en de wentelwieken van de meeuwen.
Herman zegt
Dank je wel Felix voor je fraai geschreven informatie én ook Maria voor de mooie foto’s.
Tsja reisverbod dus voorlopig géén overwintering in Monte Gordo.
Anders was ik mss spoorslags afgereisd naar jouw Porto en omgeving.
Moge betere tijden snel aanbreken .
Grtz Herman
Felix zegt
Leuke opsteker, Herman! Bedankt, ook namens Maria.
We houden de moed er in. Het virus verdwijnt een keer, Porto blijft.
Monte Gordo trouwens ook!
Gerard J. Bos zegt
Reuze interessant, dit artikel. Verschillende van de beschreven objecten heb ik ook bezocht en was, gelijk jou, onder de indruk. De vele tips die je erbij geeft, maken het een prachtig stuk dat ik graag van harte aanbeveel.
Felix zegt
Dank je wel Gerard!