Een spectaculaire plant die je overal in de Algarve tegenkomt, is de Agave americana. Het is een reus van een plant. De naam ‘Honderdjarige aloë’ is een historische vergissing: plantonderzoekers die voor het eerst met deze plant werden geconfronteerd dachten dat hij eens in de honderd jaar bloeide. Op de bloei moet je weliswaar jaren wachten, maar dan heb je ook wat: een bloemstengel van meters hoog met massa’s gele, geurende bloemen.
Agavesoorten
De meeste agaves zijn afkomstig uit Mexico. Maar ze zijn ook inheems in het Caribisch gebied, het zuiden van de Verenigde Staten en de West-Indische eilanden. De planten zijn familie van de lelie en de amaryllis. Het zijn vetplanten die in regenperioden vocht opslaan in hun bladeren die daardoor dik en vlezig zijn. In tijden van droogte teren ze op deze vochtvoorraad.
De bladeren van de agave groeien in een rozet. Alle agaves bloeien slechts eenmaal in hun leven. Na de bloei sterft de plant af en de verdere groei wordt overgenomen door zijscheuten, broedplantjes of zaad. Sommige kleine soorten bloeien al na 5 tot 10 jaar, andere pas na 40 jaar.
De plant is in de 16e eeuw door de Spanjaarden als sierplant meegenomen naar Europa en heeft zich over het gehele Middellandse Zeegebied verspreid.
Kamerplant
In Nederland kennen we de agave vooral als onverwoestbare kamerplant. Hij groeit langzaam, maar wordt op den duur toch te groot voor de huiskamer. Als je er plaats voor hebt, kun je hem als kuipplant verder kweken in een grote pot die je ’s zomers buitenzet en ’s winters binnen moet halen. Hij moet overwinteren op een lichte, koele plek waar het niet vriest. Als kamerplant zie je meestal bontbladige vormen van de Agave americana. De bladeren hebben dan geel gestreepte bladranden. Bij het verpotten is het raadzaam handschoenen te dragen, want de bladeren hebben aan de uiteinden een gemene doorn en aan de randen scherpe stekels. Bovendien kan het sap van de bladeren huidirritatie veroorzaken.
In het Nederlandse klimaat zal een agave niet bloeien, maar soms zijn de omstandigheden zo gunstig dat het toch gebeurt. De Leidse Hortus Botanicus bezat al in 1602 een exemplaar van de Agave americana. Die kwam in 1698 tot bloei, zo is te zien op een kopergravure die gemaakt is van de bloeiende plant.
Ook bloeide de Agave americana in de zomer van 1873 in de tuin van Paleis Soestdijk. De eigenaar van het paleis was prins Hendrik ‘de Zeevaarder’, zoon van koning Willem II en Anna Paulowna. Hij was, behalve in zeevaart, ook geïnteresseerd in plantkunde en hij liet een foto maken van dit bijzondere fenomeen. Middels een advertentie in de krant nodigde hij geïnteresseerden uit om de plant te komen bekijken. Voor de gelegenheid werd een stellage getimmerd die je kon beklimmen om de zes meter hoge bloem van dichtbij te bewonderen.
Vezels, zoetstof en drank
De Azteken en de Maia’s gebruikten de vezels van de agave om kleding, touw en netten mee te maken. Ze bedekten er de daken van hun huizen mee en maakten er dagelijks gereedschap van als borstels e.d. De vezels zijn bekend geworden onder de naam sisal. Dat was de naam van de Mexicaanse havenstad van waaruit dit materiaal werd verscheept.
Van de agave maakt men een siroop die gebruikt kan worden als zoetstof. Die wordt agavesiroop of agavehoning genoemd. De agave wordt ook medicinaal gebruikt vanwege zijn ontstekingsremmende en antibacteriële eigenschappen.
De Mexicaanse nationale drank pulque wordt van de Agave americana gemaakt. Het is een drank met 6% alcohol naar een Azteeks recept van 2000 jaar oud. De sterkedrank tequila wordt gemaakt van de Agave tequilana. De Spaanse veroveraars deden dit al in de 16e eeuw om te voorzien in hun behoefte aan brandewijn.
Planta invasora
In Portugal is de Agave americana bekend als: agave, piteira of piteira-brava. Hij wordt beschouwd als een ‘planta invasora’, een plant die inheemse plantensoorten verdringt en de biodiversiteit in gevaar brengt. Hij groeit vaak langs wegen en spoorwegen en heeft zich vanuit het zuiden bijna over heel Portugal verspreid. Deze website laat op een kaart zien waar je hem wel en waar nog niet kunt tegenkomen.
Hij groeit in grote rozetten van stijf dofgrijs blad. Zijn bladeren kunnen wel zes meter lang worden en zijn aan de randen voorzien van scherpe tanden. Aan de punt zit een lange doorn. Elk rozet wordt uiteindelijk zo’n twee meter hoog en breed, maar een oude pol kan een doorsnede hebben van negen meter of meer. De plant bloeit na 20 tot 30 jaar in de periode mei, juni. Na de bloei sterft de plant af en zakt in elkaar. Eromheen staan dan talloze jonge planten.
In de Algarve werden de vezels van oudsher gebruikt voor touw en koord. de bladeren werden daarvoor op een plank gelegd en aan één kant vastgemaakt. Met een rasp werd over het blad gestreken totdat al het bladmoes eruit geraspt was en alleen de vezels overbleven. Weinigen kennen nu nog deze werkwijze.
Wel is er een nieuwe toepassing gevonden: een bedrijf maakt surfplanken van het hout van de gedroogde bloemstengel.
Agave attenuata
Een Agave americana zou ik niet zo snel in een tuin planten, maar de Agave attenuata is een ander verhaal. Deze is kleiner, heeft geen stekels of doornen, maar wel een spectaculaire bloei. De bladrozetten zitten aan een stengel en gaandeweg groeit de plant uit tot een dichte bos rozetten. De sierlijk gebogen bloemaren worden drie meter lang en zijn volgepakt met groenachtig gele bloemen. Ze gaan van onderaf open, bloeien gedurende een lange periode en worden druk bezocht door bijen en andere nectarminnende insecten. Op de bloei moet je wel een jaartje of vijf wachten.
Gerard Bos zegt
Veel geleerd van je verhaal. Heel interessant.
Maja Kersten zegt
Dank voor je reactie, Gerard.
Henk Robbers zegt
Maja, bedankt voor de informatie. Nu weten waar we aan toe zijn, we zullen afscheid moeten nemen van 3 planten….
Ton zegt
Ja, een hergebruik kan ook nog.
Met de stam van de uitgebloeide bloem kun je ook nog mooie vogelnestjes maken. Wel rustig aan doen, want het heeft toch een speciale bewerking.
Maja Kersten zegt
Hallo Ton, ik zag een keer op tv dat iemand van de bloemstengels lampvoeten en andere interieurobjecten maakte. Helaas kon ik er geen foto’s van vinden.
Ton zegt
Ik denk dat je er veel van kunt maken. De bast is gedroogd, hard en moeilijk te bewerken. Maar met geduld en het juiste gereedschap zal er heel veel mogelijk zijn. Helaas heb ik de tijd en de stammetjes nog niet om er van alles me te gaan uitproberen.
Jan Oortwijn zegt
Leuk, heel interessant. Vaak gezien, niet wetende dat het een exoot is.
Maja Kersten zegt
Dank voor je reactie, Jan.
Olga zegt
Prachtig verhaal Maja, je hebt er weer heel wat onderzoek voor gedaan. Groeten
Maja Kersten zegt
Hoi Olga, de research als onderdeel van het verhaal is altijd ook leuk om te doen. Dank voor je reactie, groetjes aan jullie beiden.
erica irene zegt
Mooi artikel. Ik werkte in de jaren 80 met vissers, overdag mee als “sardientjesgriller” op toeristencruises, ’s avonds vissen. Zij leerden mij nog netten boeten met de strengen die je uit de zijden van het agaveblad haalt. Tijdens wandelingen met toeristen laat ik hen dit altijd weer zien en geef ze de kans ze kapot te trekken. No way. Zeker niet als je ze, zoals mij is voorgedaan, eerst als strengen invlecht…
Maja Kersten zegt
Bedankt voor jouw mooie aanvulling op mijn artikel!