In 1989 verhuisde Bep Hage met haar man van hartje Amsterdam naar Secarias, een klein dorpje in het binnenland van Portugal. In haar dagboeken doet zij gedetailleerd verslag van haar belevenissen. Geschreven met Amsterdamse humor en nuchterheid.
woensdag 1 november
De dakklus hebben we opgegeven. We kunnen het niet, hier is ruimte over, daar te kort. We breken er wat en het wordt niet beter. Alleen een gat in de gevel boven het zolderraam wilden we met specie dicht maken. Met emmers water en specie het dak op. Ploeteren en ploeteren en het lukt niet. Alle specie belandt op het schuurdak eronder. We werden er wanhopig van. Toen kwam Carlos Martíns (een van de dorpsbewoners) langs; die heeft dat even gedaan. Wij blij. De dakpannen teruggelegd en na het zwemmen nog een uurtje aan ons plafond gewerkt.
De timmerman kwam langs en heeft de ramen en deuren opgemeten (voor de derde keer), dat zal wel prachtwerk worden dan. We beginnen langzaam aan ons geduld te verliezen. Ik hoofdzakelijk, Han is veel afwachtender. ’s Avonds even langs Vince en Gwen (de sociale contacten mogen niet verwaarloosd worden) en ze uitgenodigd om zaterdag op lunchtijd te komen dineren. Onze eerste echte eters.
donderdag 2 november
Vanmorgen op zoek naar de metselaar. In de bar zal men contact maken. Ik heb gezegd dat we half november een andere metselaar nemen. Wel frustrerend als je met opgezette zeilen op zoek gaat met het gevoel van: “Nu is het zat, ik ga hem halen!”, en je kunt dan de persoon niet vinden. Enfin, het dorp is zeer klein en ik heb mijn woede gespuid en ik heb groot gelijk gekregen. Dus het zal inderdaad wel doorgegeven worden en ik zal ondertussen wel bekend staan als niet te gemakkelijk.
Vanmorgen liet Han de wekker vroeg aflopen: de metselaar zou komen. Haha, hij geloofde dat echt. De radiowekker hier is een stuk prettiger dan in Nederland. Ik had hem altijd op Radio-4, dat is immers de klassieke zender, als hij tenminste niet vervuild en misbruikt wordt door dominees en pastoors. Het is een zegen dat dat hier niet gebeurt. Hier is ook een klassieke zender met soms interessante, soms minder interessante muziek, maar nimmer een godsdienstige uiting van christelijkheid. Ze kunnen daar beter mee ophouden, want de Hollanders zijn niet beter dan welk ander soort. Dus trek je mond maar niet zo zuinig in een poepertje, maar lach wat meer, dat maakt milder (hoor mij).
Hier geven ze wel overal door de tv-beelden reclame, zelfs door het nieuws. Horen jullie Han dan al te keer gaan? Verder gingen we naar de markt, aten heerlijk, deden boodschappen en bleek dat ik de voorwas heb gedaan met zeezout in plaats van met soda. Soda is hier nl. niet te krijgen. Het is toch schoon geworden, of misschien wel juist daardoor.
Ik heb de hele dag geen serieus werk verricht. We hebben de Concord-druiven geplukt en in een groot vat te gisten gezet. Nee, niet waar. De druiven staan in een groot vat en we moeten ze nog stuk maken. We weten nog niet hoe; niet met onze voeten in ieder geval. Ik heb wat olijven geplukt en ga proberen ze in te maken. Han is steeds bezig lampen op te hangen en aan te sluiten.
Het mooie weer is over, het regent nu, hopelijk niet voor lang. Het is dan bar ongezellig hier. Het dak lekt (nog) niet.
vrijdag 3 november
Het weer was bedekt. Af en toe een drup, af en toe wat zon. Ons humeur ook. Het slapen gaat niet echt lekker. Het is ’s nachts koud en dan is een beetje wind onder de dakpannen niet leuk.
We hebben de druiven kapot geknepen en fijn gestampt. Han werkte met een pan en een etenstamper. Ik kneep ze fijn tussen mijn handen. Het is echter te koud om het sap te laten gisten, dus staat het voor het elektrische kacheltje.
In de toekomstige bibliotheek is het enigszins warm te stoken. Daar zit maar een raam en dat is goed, en er zitten geen gaten in de vloer.
’s Middags hebben we de hemelbomen en bramen weggehaald, die in de schutting en de schuurmuur groeiden. De muur is door de hemelbomen ernstig beschadigd en lekt dus ook. Han bedacht dat we voor het kamperen nog een onderdek hebben, dat aan de slaapzak geritst kan worden, zodat het aan de zijkanten niet zo waait. Meteen maar in orde gemaakt.
De hond die Paula voor ons uit het asiel heeft heet Lana en is een 1 jaar jong vrouwtje. Ze moet maar snel komen, anders heeft Paula d’r weer zo schandelijk verwend, dat ze mee naar bed wil. Paula, via Jurgen, gevraagd uit te pluizen of dat per vliegtuig kan. Paula d’r telefoon is nog afgesloten. Els heb ik niet gesproken, die heeft autorijles, fijn hoor.
We missen de kinderen en het is koud en ze (de metselaar en timmerman) zijn er nog niet. Karin en Ernst komen echt. Over 3 weken komen ze in Porto aan. Feest! Ik hoop dat de zon schijnt, dan is alles leuker.
zaterdag 4 november
Heerlijk geslapen, maar we blijven de hele dag verder koud. ’s Avonds 7 uur: ik kan niets creatiefs bedenken, ik heb het koud. Ik moet me eigenlijk wassen, maar ik ga voor geen geld in mijn blote lijf aan de gootsteen met een washandje en ijskoud water staan flodderen. Ik kan me haast niet bewegen en wil dat ook niet en zit hier met m’n jas aan uit te rekenen dat dit tot februari niet vol te houden is.
Eigenlijk moet ik nog 2 deuren en deurposten van verf ontdoen. Dat betekent: eerst met bijtaf en dan met een boender en water boenen tot het hout blank is. We willen het hout naturel hebben. Het is mooi. Ook nog 1 luik en de halve voordeur aan de binnenkant.
Vince en Gwen kwamen eten tussen de middag. We hadden ons best gedaan. Dat was het enige moment dat het in de kleine kamer, waar we de tafel heen hadden gesleept, te harden was. Ik ga nu (half acht) naar bed. Poets m’n tanden niet. Ik moet helaas nog wel langs het pleetje. En voor ik in het ijskouwe bed stap zal ik ook minstens mijn jas en schoenen uit moeten trekken. Han zit hier doodgemoedereerd te lezen. Hij is ’s avonds beter in vorm dan ik. Ik ben er morgenochtend weer. Hopelijk met nieuwe moed.
zondag 5 november
Vrije dag, de bergen in! Het weer is niet veranderd, 5 graden en af en toe regen. Eerst waslijnen in de stal gemaakt, want de lakens zijn al 3 keer bijna droog geweest. We zijn niet ver weg geweest, achter Arganil. Van Arganil af gezien is de berg waar de kerk op staat (Monte Alto) een echte hoogte. Van de hogere bergen af is Monte Alto een muggebult. We waren een diep lang dal ingereden. Aan het eind werden de lage wolken over de bergen gestuwd. Daar liepen wij midden in. De wolken die, alsof er beneden enorme kookpannen staan, in woeste wolken voorbij razen. Je kleren worden je haast van je lijf gerukt. Het was prachtig woest en een beetje eng. Het ziet er zo ongewoon uit, dat je eigenlijk niet meer zeker weet wat je kunt verwachten. Ik bedoel: wolken mogen wel woest en hard razen, net als de wind, maar het hoort boven je en niet van beneden af naar je toe te komen en tegen je aan te duwen en aan je trekken. Als dat gebeurt zou het ook kunnen dat een boom naar je toe wandelt en je een lel geeft.
Toen we uitgewapperd waren en zeer hongerig, zijn we naar huis teruggegaan. We hebben een dijk van een maaltijd gemaakt en zijn niet van plan ons zo te laten zakken als gisteren. Na de overvloedige maaltijd even een kop koffie halen en aan het plafond verder timmeren. We hebben een andere metselaar. Die hebben Zé-Luís en Teresinha (van de bar) voor ons verzorgd. Hij komt morgenochtend. Zo, dat is dan voor elkaar.
Als je hard werkt (en je jas aanhoudt) krijg je het niet koud. De geplette druiven staan te gisten met dag en nacht het ventilatorkacheltje ervoor. De massa mag niet afkoelen, dan houdt de gisting op. Het ruikt lekker. Vanavond heb ik nog druiven geplukt voor de consumptie en er hangt nog steeds meer.
maandag 6 november
Mijn moeder blijkt morgen geopereerd te worden. Ik weet nergens van. Mijn moeder is dol op dit soort verrassingen, dat veronderstel ik tenminste. Het is nl. de zoveelste keer dat ze meent “alleen op de wereld” te moeten spelen en het hebben van kinderen volkomen negeert. Kinderen hebben alleen maar plichten en in Portugal wonen hoort daar niet bij. Best!
Volgend hoofdstuk. Het pleetje liep weer eens over. Dat betekent dat je een poepbrij over de grond hebt en je dat lekkende zeer zware ding weg moet zien te slepen, een kuil graven, het pleetje leeg maken en daarna alles schoonmaken.
We gingen naar Oliveira de Hospital. We verwachten daar een boekwinkel aan te treffen, maar nee, niets van dat al. We weten niet wat we verder met de druiven aan moeten. Wat ze hier doen is: alles bij elkaar kraken en sommigen doen er dan suiker bij en water, sommigen sulfiet. Wij hebben één speciale soort druiven, alleen die boven het zijbalkon, te gisten staan zonder stelen.
dinsdag 7 november
De gistende brij gezeefd en bij gebrek aan een vat in grote flessen geschonken. Die staan nu verder te gisten; 14 liter! We proefden er van. Lekker warm in je maag, maar het gist verder in je darmen, terwijl ik op dat punt echt geen extra aanmoediging nodig heb. Mijn moeder is goed uit de narcose gekomen van weet ik wat voor een operatie. Han heeft een schitterend slot op de voordeur gemaakt, zodat je nu de 2 voordeuren in één beweging kan openen. En hij heeft meteen een klopper op de deur gemaakt. Ik ben maar weer begonnen met verf afbijten. Rot werk hoor, maar het moet toch gebeuren. Vandaag was het gelukkig prachtig weer, ’s avonds erg koud. Ik heb nu een T-shirt, een trui, een vest, een jas en een gewatteerde lange broek aan. Geen timmerman of metselaar gezien. Gisteren is een andere metselaar langs geweest. Hij kan zo beginnen, zegt hij. Laat de timmerman nu maar komen met de ramen.
woensdag 8 november
Han heeft vandaag geprobeerd het plafond van de bibliotheek te repareren, hetgeen buiten veel kabaal en gemopper en houtlijm op plaatsen waar het niet moet, niets opgeleverd heeft. We hebben nu besloten er een nieuw plafond tegen aan te timmeren. We zijn te laf om het oude eruit te breken, dat deden we in de andere ruimte. Ons huis bestaat eigenlijk uit 2 kamers: 1 ruimte (die wij bibliotheek noemen) van 43,5 m en 1 ruimte (die wij woonkeuken noemen) van 84 m. De bib. nu krijgt een nieuw plafond, hetgeen afgrijselijk is als je bedenkt, dat ik het oude heb schoon geboend en daar een paar dagen en een schouder aan gespendeerd heb. Mijn rechterschouder geeft nl. lastige klachten. Werken gaat, maar een beweging naar buiten of boven kan pijnlijk knakken en in rust “hangt” hij pijnlijk. Dus slaap ik (toch altijd al zeer licht) met m’n ene arm mijn ander stuttend.
Wat Han deed vandaag was dus het plafond en via een paar uitgebroken planken van de zoldervloer enorme hoeveelheden rattestront en -nesten tussen de vloer en het plafond van de bib. uitzuigen. Hij is over de helft van het karwei. Ik beet weer verf af. Als ik dat dag na dag opschrijf, lijkt het wel alsof er 3 huizen ontdaan moeten worden van verf, maar het zijn in totaal slechts 5 deuren + kozijnen, 1 voordeur (weliswaar dubbel), 1 raam met kozijn, bovenlichten (dat hebben alle deuren trouwens ook) en luiken. Ik ben nog niet op de helft. Vandaag heb ik alleen 1 kozijn gedaan. Ik denk 3 uur werk en dan ben ik het spuugzat. Andere dag verder.
Ik ben verder op de binnenplaats bezig geweest, maar kan met m’n arm niet echt kracht zetten. Ik moet op de binnenplaats eigenlijk met de houweel werken, maar die kan ik nu niet hanteren. Vanavond waren we bij Carlos Martíns uitgenodigd. Ik vind visite een straf, maar goed, ik ben altijd braaf en ga (ik vind bezoek krijgen trouwens wel heel leuk). Was Carlos (neef van de vorige eigenares) druk bezig met steunen maken voor een kar. Druk praten, tussendoor werken, wijn tappen uit de vaten die er staan te gisten, gereedschap laten zien. Er komen nog meer mannen langs. Om 10 uur komt zijn vrouw in nachtgewaad naar beneden, iedereen snel weg. Vrouw is dan een soort politieagent. Afspraak voor zaterdag, als hij tenminste niet naar Lissabon gaat. Moet ik toch nog op visite zitten. Vanavond was hartstikke gezellig, witte en rode wijn gedronken. Hij verdunt zijn druiven met water en suiker, dat was goed te proeven: onze most smaakt al beter dan zijn wijn.
Morgen betekent hier niet na één nacht slapen, maar in de toekomst ergens. Op die manier stink je er als beginnend Portugees vies in. Wanneer komt de timmerman? Amanhã. Wanneer telefoon?, ook morgen, ja ja, ikke buitenlander, maar ikke wel begrijpen ….nu. Han heeft vanavond zijn bas en blokfluit geprobeerd; hij kan het nog. Ik heb eens naar mijn handen gekeken, maar dat wordt niets. Ik doe steeds dat werk dat juist voor mijn handen zeer schadelijk is.
donderdag 9 november
Ik heb cantharellen gevonden, weliswaar maar een handje vol, maar ik heb ook niet echt gezocht. We stopten ergens even om wat denneappels te rapen en toen vonden we ze. Dat wordt dus smullen binnenkort. Denneappels verzamel ik om onze kachel aan te maken als we een schoorsteen hebben. We hebben hout voor het plafond van de bib. besteld. Dat wordt Maandag gebracht, samen met een tractorbak vol brandhout. Ik ben (net als een hongerlijer over eten fantaseert) al druk bezig met onze kachel, die voorlopig nog in de opslag staat. Morgen gaan we informeren of we de deuren en 1 luik kunnen wegbrengen om ze te laten logen. Ik ben het afbijten spuugzat en ik kan mijn rechterarm niet echt goed gebruiken.
Op de markt hebben we weer heerlijk gegeten en allerlei belangwekkende zaken gekocht zoals: honing, mandarijnen, paprika’s en een soort test van aardewerk om tamme kastanjes in te poffen. Het weer was prachtig. We hebben in de zon zitten eten. Ik moest een aantal kledinglagen afpellen. Maar nu is het weer hartstikke koud. Ik zou er in ’t geheel niet over piepen, als ons huis niet zo “luchtig” zou zijn. Het is immers eigenlijk, naar Nederlandse begrippen, mooi zomerweer, alleen is de dag korter. Om 7 uur is het wel al licht en om 6 uur donker, maar als de zon schijnt is het pas warm tussen 11 à 12 uur en 3 à 4 uur, beslist niet langer.
We hebben ook takken van de eucalyptusbomen geplukt. Die ruiken heerlijk en blijven dat ook heel lang doen. Ik legde ze op zolder. Han is vanavond in de bar een film op video blijven kijken. Het begon als een oorlogsfilm, dus niets voor mij.
zaterdag 11 november
Gisteren geen tijd gehad. Het was prachtig weer. We hebben gewerkt in huis. Vloerhout in de cuprinol gezet en alle plinten van de bib. plus het schoongemaakte hout ook in de cuprinol. De plinten (langs de vloer en langs het plafond) blijven lelijk. We wilden eerst het plafond laten zitten zoals het was. Omdat dat bruin is, dachten we, we maken de plinten dezelfde kleur. Ze zijn niet blank te krijgen met bijtaf. Ze zijn waarschijnlijk behandeld met gekleurde cuprinol. Dan zou het als volgt worden: de vloer nieuw, dus blank gelakt hout; de deuren + deurposten + raam met omlijsting en luiken blank gemaakt (maar dat is oud en warm roodachtig van kleur); de muren wit; het plafond bruin zoals het was en dan de plinten in dezelfde kleur. Maar het plafond is zo slecht, niet te restaureren. Er zit al veel tijd in, maar het is lelijk. Dus daar moet een nieuw plafond in. De kamer heeft maar 1 raampje onder een afdak, dus erg donker. Dus laten we het plafond ook licht. Dus blank gelakt hout. Er is nu geen enkele reden meer om de plinten donker bruin te maken, die worden dus wit. Han zette ze vandaag in de grondverf. Ik deed nog wat vloerhout en de oude vloer met de gaten met cuprinol, want het huis is een zeef van de houtwormen.
Gisteren kochten we in Arganil verf + struktuurspul + plamuur + kwasten + lak + cuprinol voor f 300. De eigenaar van de verfwinkel kwam bij ons thuis, een uurtje nadat wij gearriveerd waren, stroopte zijn mouwen op en liet ons zien hoe we een speciaal soort struktuurverf met speciale borstels moesten aanbrengen. Hij deed even 1 muurtje. Wij waren erg blij en aangenaam getroffen. Hij heeft hier een uur hard gewerkt. Wij hebben nu in het hele gore ouwe huis één stralend gave spierwitte muur. Wij voelen dat als een mijlpaal. Het staat prachtig.
Het was schitterend weer en we hadden een zalige lunch. Ik wilde allang speklapjes barbecuen, dat leek me lekker, maar ik was niet in staat het goeie woord in één van de woordenboeken te vinden. Dus had ik in de slagerij op m’n buik gewezen en gebaren gemaakt van laagjes op elkaar. Dat werd ogenblikkelijk begrepen. Dus ik had speklappen en meteen het goede woord. De slager schreef het voor me op. Ik had gelijk, gebarbecued speklap is goddelijk.
De lunch was laat (door de demonstratie op onze muur) na 3 uur en zeer overvloedig. Om 5 uur gingen we weer naar Arganil. Ik had een afspraak om te bellen naar de kinders. We spraken Els, Jurgen, Barbara en Paula. Paula had ook nieuws over mijn moeder, zij was er geweest. De hond heb ik zo 1, 2, 3 niet hier. Met het vliegtuig is dat veel te duur: f 1600. Eén van Paula’s vrienden zou naar Portugal komen, daar is onze hoop nu op gevestigd.
Wat de kinderen niet vergeten hadden (ik denk Els, die onthoudt ook alle verjaardagen) en wij wel, was dat het de verjaardag van onze trouwdag was. Dus gingen we na mijn Engelse les uit eten. We hadden nog geen honger, maar aten toch heerlijk. We hadden een heel restaurant voor ons alleen en zijn er midden in gaan zitten. Zo hebben we gelukkig toch nog ons trouwen kunnen vieren. Geboren worden kun je vieren, maar eigenlijk gaat het je niet aan. Je hebt er niets voor gedaan, net als een mooie neus (als het tenminste geen plastische operatie is), maar je trouwdag, dat is iets heel positiefs van je zelf. We hebben elkaar dus weer hartelijk gefeliciteerd met het geluk dat de ander zo’n aardige partner heeft (jijzelf dus). Hartelijk gefeliciteerd met mij. Wat heb je het goed getroffen (eerlijk waar).
Vandaag hebben we na wat werk en na weer uit het dorp giften in ontvangst te hebben genomen (gisteren een grote schaal gepofte appels, eergisteren kastanjes, vandaag een groot zelfgebakken brood) een bezoek aan Shoe (schoen, echt waar) en Bill. We waren uitgenodigd voor de lunch. Was erg lekker. Eerst reden we langs de camping. Tijn ging daar van de zomer douchen met Ingrid en wij wilden vragen of wij daar ook konden douchen. Ja hoor, dat kon. We hadden schoon spul en zeep en shampoo bij ons. Wat was dat lekker. Dat is mij sinds mijn Nederland-trip en Han sinds 2 september niet meer gebeurd. Het was wel nodig, we gingen een ”beetje” stinken. Heerlijk, heerlijk. Veel, heet water. Na afloop hoefden we niets te betalen. Ik zei dat we terugkwamen, dus gerust wel wilden betalen. Nee, niet nodig. Douchen voor niets, o weelde. Volgende zaterdag gaan we weer en dan eten we in hun restaurant.
Het is 8 uur en we moeten zo op bezoek bij Carlos Martíns en Maria. Deze keer wel echt op visite zitten. Maria nodigde ons uit, maar het huis is zo naargeestig. Trouwens werd ik van Shoe en Bill ook niet echt vrolijk. Groot, nieuw, kaal, koud, groot stuk land erom. Een paar maanden geleden was het nog een dennenbos. Ze hebben alles omgehakt en gerooid en gebulldoserd. Shoe zei: “we hebben bomen nodig, we hebben geen enkele boom, isn’t it terrible”. Han en ik zeiden niets en een poosje niets. Ze liet het huis zien. Ieder een eigen slaapkamer, ieder een eigen badkamer. Alles koud, duur en treurig. Han zei later (mij was het niet opgevallen), dat het tweepersoonsbed in de kamer van mevrouw staat. Meneer bezoekt mevrouw, niet andersom. Mevrouw wil natuurlijk nooit, hij heeft het geld en zij heeft dus plichten. Zij heeft andere plichten, Mooi zijn. Dus is ze gefacelift en ze is echt wel mooi en echt wel aardig.
Maar ikzelf vind het, na een koude avond, zeer genoeglijk om in ons warme holletje te kruipen. Middenin de rotzooi lekker knusserig nog wat kletsen. Ik moet er niet aan denken dat ik me “gedragen” moet en in m’n perzisch beklede boudoir moet en vrijen lekker vinden is uit den boze en zeer onbeschaafd. In sommige culturen moet “beschaafd” zijn toch een straf zijn (denk ik).
Shoe heeft ook een dienstmeisje voor hele dagen. Ze vindt het erg duur. Het meisje kookt en bakt brood en verdient f 15 per dag. Gek hè, dat rijke mensen zoiets duur vinden. Ze vertelde het zonder te blozen.
maandag 13 november
Zaterdagavond bij Carlos en Maria. De kachel aan, zo’n houtfornuis met kastanjes in de oven. De tv aan, een glas wijn, tamme kastanjes, een klein beetje kletsen, maar vooral lekker warm. We kregen een enorme schaal eieren, dus zondag en vandaag ontbijt en lunch en diner met eieren. Tamme kastanjes eten is hier trouwens een grote bezigheid. Je koop overal op alle markten enorme hoeveelheden noten, tamme kastanjes en gedroogde vijgen (niet de gekonfijte). Iedereen is dol op de kastanjes. We kregen ook van Martha’s moeder, gekookt in zout. Ze zitten een hele avond te kletsen en knabbelen dan kastanjes en drinken wijn. Straks zijn de kastanjes op, dan worden het olijven. Die zijn ze nu aan het inmaken. Vóór de kastanjes waren het een soort bonen (tremoços – lupinezaden), gekookt in zout water. Aan het einde van de avond, als je gasten hebt, drink je een glaasje zelfgestookte aguardente en je krijgt daar gedroogde vijgjes bij. Het is allemaal zeer eenvoudig, ook van smaak, maar wel puur.
Zondag (het was onze vrije dag) slecht weer. Onweer en regen de hele dag, dus hebben we maar gewerkt. Het huis was zo vergeven van de verfstank, dat we ’s avonds uit huis gegeten hebben. Vandaag konden we niet zo veel doen. Het hout voor het plafond van de bib. zou komen, maat dat wordt morgen. Ik ging naar de verfwinkel om spullen te kopen. Daar werd ik gewaarschuwd niet te verven. Bij harde wind droogt de verf te snel en er is een zeer harde, warme storm uit het oosten. Dus lakte ik niet. Han werkte aan de muren, een soort stucwerk. Dat is nu klaar. Nu nog hier en daar een likje, een kwastje en een vlekje wegschuren en dan van de bib. alleen het plafond en de vloer nog. Dat kan aan het eind van de week klaar zijn.
Ik droom veel nachten dat Sara terug is. Soms roep ik haar en komt ze gewoon, soms is ze er zomaar en ook heb ik haar gevonden in een greppel, half dood. Ik droom dat zo levendig en mijn eerste reactie is steeds: Oh gauw de kinderen opbellen. Als ik wakker word, heb ik er hartkloppingen van. Het is, net als de dood van Daisy, zo onwezenlijk. Vanavond in de schemering ben ik weer gaan zoeken en roepen, het dal in richting rivier met een pak rammelende brokjes en een grote tas voor als ik haar vind. Oen is zeer ergerlijk. Het vervelendste is, dat je nooit een snippertje contact met dat beest hebt, en maar blèren zonder ophouden. En op je schoot wil hij alleen maar stampend klaarkomen. En als je Oen zoekt en roept, geeft hij geen sjoege. Als je Saar roept en zoekt, gaat dat rotbeest schreeuwen. Als de hond er is, zal het hopelijk beter worden, want honden vindt hij leuk.
De timmerman zegt dat de deuren klaar zijn, maar we zien ze niet. Morgen komen de metselaar en de stukadoor om de ramen erin te zetten. Die zullen niet blij zijn. Van Teresinha kregen we kropjes sla. Die hebben we opgegeten met gestoofde tomaten, uien, een wortel, peterselie, paprika’s en knoflook als saus. En eieren natuurlijk. Een vreemde combinatie, maar dat hadden we nu eenmaal en het smaakte ons met een glas wijn uitstekend.
dinsdag 14 november
Vanavond is het hout voor het plafond in de bib. echt gekomen + ons haardhout. Een vrachtwagenbak vol. Nu de schoorsteen nog. Buiten dat we hard gewerkt hebben, is er niets bijzonders gebeurd. We zijn op tijd opgestaan voor de metselaar. De ramen zijn er wel niet, maar de schoorsteen kan vast gemaakt worden en er zijn veel muren te stukadoren. Niemand gezien. Mike vertelde mij dat hij zomer 1983 ramen nodig had. Het zou voor Kerst klaar zijn. Dat klopte wel, echter wel de volgende Kerst. Ze werken allemaal erg hard, ’s avonds en op zaterdagen. Moet ook wel, een goed vakman verdient hier f 6 per uur. Ze zijn zo bang dat ze een klus verliezen, dat ze iedereen alles beloven en vervolgens zelf ook hartstikke gek worden. Pas als je ze met een mes op hun strot ’s morgens van bed licht, komen ze 2 dagen werken en zijn dan weer door een volgende wanhopige klant ontvoerd. Als Karin en Ernst de 25ste hier zijn, is in ieder geval één kamer klaar en met het elektrische kacheltje moet het dan kunnen.
woensdag 15 november
Geschilderd, gecuprinold en getimmerd. De bib. wordt iedere dag mooier, het is bijna klaar. ’t Weekend kunnen we waarschijnlijk de boeken uitpakken. De kamer is 15 m2, dus maar klein, maar een juweeltje. Ik heb één deur weggebracht om de oude verf er af te laten logen. Even afwachten hoe dat gaat. Als ik die deur in weken niet terug zie, dan breng ik de andere niet. Maar ja, ook deze man werkt en is 8 uur pas thuis. Ik heb de buren (de vrouw van de timmerman en de moeder van Luís) binnen laten kijken. Kunnen ze zien dat die rare Nederlanders niet in een varkenshok willen wonen. Morgen kunnen we helaas niet naar de markt. De telefoon kan aangesloten worden., dus thuis blijven.
Moeder is gelukkig weer heelhuids thuis, levend en wel. Het gisteren gebrachte haardhout op een keurige stapel gelegd en er wat prachtige stukken uitgehouden, gezichten in mooie knoesten. Het regent veel en de temperatuur is goed om te werken, maar als je stil zit, is het koud. Voor geen baas zou ik ooit zo hard werken als ik nu doe. Ik sta N.B. links te schilderen, omdat rechts niet helemaal tof zit. Voor m’n baas was ik de ziektewet ingegaan.
Han maakte een aantal plattegronden van de weg naar ons toe. Eigenlijk is het heel eenvoudig. Je komt de grens over bij Guarda, je volgt de weg naar Coimbra en 52 km voor Coimbra is de afslag Arganil. Vandaar kun je de weg naar Secarias zo vinden of vragen. In Secarias ga je naar het centrum (Centro). In de bar zijn de Nederlanders bekend, kan niet missen. Of als je Centro volgt de heuvel op en je kijkt naar links, dan zie je een klein goor huis (tegenwoordig turkoois) met een grote veranda. Dat is het. Je moet het dan van de andere kant benaderen. Op de kruising ga je linksaf. Klaar.
dinsdag 21 november
Een paar dagen niet geschreven. Er valt weinig nieuws te melden. We werken hard. Het weer is slecht, zodat we voor de tweede maal zondag niet weg konden, maar doorwerkten. We legden wat bezoekjes af en we werden bezocht. Maar we zijn vooral veel thuis, want er komen geen timmermannen en metselaars, maar ze kunnen wel iedere dag komen. Dus loopt de wekker om 7 uur af om de welkomen te verwelkomen. Vandaag kwamen om 4 uur een man of 6 een telefoonpaal bij ons huis plaatsen en er ook weer een gat in te hengsten. De modernisering gaat ook dit huis niet zonder littekens door komen.
Het regent zo veel dat we verwachten vandaag of morgen in de modder te blijven steken. Tussen de buien door hebben we dozen boeken en planken en lampen etc. naar binnen gebracht vanuit de opslag. Onze bibliotheek is nu klaar en schitterend. De boeken staan. Hier en daar zijn nog wat boeken achter gebleven in de opslag, b.v. opgeborgen bij een computer (Han) of samen met lapjes ingepakt (van mij). Ik heb vandaag de elektrische deken gevonden. Zeer welkom, want door de kilte in huis wordt alles zo vochtig. De dekbedhoezen heb ik opengetornd aan één kant en er losse flappen aan gezet. Eén kant sla ik om de matras en de andere kant aan de bovenkant over de slaapzak. Nu hebben we niet alleen een slaapzak, maar ook een lakenzak. Het lekt nu niet meer op de zolder waar wij slapen. We hadden het idee dat we niets konden verbeteren aan de dakpannen toen we daar aan ’t werk waren, maar achteraf blijkt dat we dat toch wel gedaan hebben, want alle lekkages zijn opgeheven.
Han voelt zich zeer in zijn element, met al z’n boeken rondom zich. Computertje erbij en het zal wel goed zijn. Ik voel me nog steeds vreemd. In Werkhoven had ik ook een aantal jaren nodig om alle gewone dagelijkse dingen ook echt gewoon en eigen te voelen. Pas de laatste 2 jaar voelde ik me er thuis. Het voelt niet ongelukkig hoor, maar het blijft dat vakantiegevoel. En nu het weer zo slecht is, wil ik wel naar huis, maar dat blijkt dan hier te zijn. Ik heb één filmrolletje vol gemaakt en de foto’s zijn absurd. Han en ik zeggen het ook tegen elkaar: een rottende bouwval met telefoon en een afwasmachine. Een kamer zonder ramen, deuren en stookgelegenheid, maar wel kleuren tv, taperecorder, cassetterecorder, video, CD-speler, pick-up, elektrische klokken en wekkers. Kortom, een lijk met make-up en in een baljurk en de omstanders doen net of het lijk nog leeft. Eigenlijk wil ik morgen gewoon gezellig met m’n dochters de stad in, te veel snoepen, kankeren op het weer en praten over van alles en nog wat. Dingen waar je niet over praat, als je belt of schrijft. (De laatste keer een rondje bellen kostte ons f 100)
donderdag 23 november
Het giet hier al dagen. We kunnen het huis haast niet meer benaderen, We gebruiken onze klompen hier goed. Met onze dubbele paraplu en echte klompen (+ klompsokken natuurlijk, dan kun je je klompen buiten laten staan) vormen wij een ware attractie voor ons piepkleine dorpje. Als we koffe hebben gedronken, komen mensen mee naar buiten om ons te zien weggaan. ’s Middags komen de moeders met kinderen in de bar. Die vormen dan ook een cirkel om de klompen en paraplu. De rivier is zo hoog (de waterstand dan) dat we hem vanaf het balkon kunnen zien stromen. In huis is nog niets gebeurd. De CTT (is in Nederland PTT) heeft wel nog een paal geplaatst en ook een gat in ons huis geslagen, maar nog geen telefoon. Het wordt langzamerhand wel een beetje komisch deze gang van zaken. Ook is de metselaar weer komen kijken. Hij laat zich zo te zien zeer vakbekwaam uit, wekt zeer veel vertrouwen en . . . doet verder niets.
Gisteren heeft de vrouw van de timmerman een konijn geslacht, maar dat doet ze kennelijk nogal onhandig. Het beest gilt afgrijselijk, wel 10 minuten. Ik ben met m’n vingers in mijn oren gaan zitten. Ze doden hier een konijn door het met een stok dood te slaan. Ik kan het gegil en het idee van sadistische martelingen in zo’n donker achteraf hok niet van me afzetten. Een half uur later schreeuwde zij een aantal keren hard en het klonk zeer uitbundig; gruwelijk!. Ik lust graag vlees, ook konijn. Ik zou het ook zelf kunnen doden (ik zou wel minder vlees eten dan nu) maar het beest moet een goed leven hebben en vakkundig gedood worden.
Het leven is voor ons een stuk aangenamer geworden. De elektrische deken is heerlijk. In plaats van angstig en huiverend te bedenken, dat ik toch echt naar bed moet (omdat ik het in huis ook afsterf), verlustig ik me erop om in het hete bed te kunnen rond schurken. De bibliotheek is verrukkelijk. Het is als een veilig hol waar we ons steeds in terug trekken. Onze elektrische radiator kan die kleine ruimte wel verwarmen. ’s Morgens trekken we snel met thee en brood terug in de bib. We slepen ons voer mee. Alle boeken, 2 lekkere stoelen, goeie lampen, een kacheltje, radio, het kleine tv’tje, onze muziekinstrumenten en schrijfgerei is hier. Het is echt net een lekker nest.
Oen vindt het heerlijk, die komt helemaal bij. Een klein buur- of buurtkatje, mager, ziek en ellendig, schreeuwt veel, komt hier altijd eten, wil ook wel binnenkomen, maar durft nog niet. Oen gaf het beest toen het zat te eten een paar testklapjes op z’n kont, maar het beestje at. Oen nog even ruiken, nog een klapje. Valt kennelijk niets mee te beleven en Oen gaat verder z’n gang. Het katje is een kneus, schreeuwt veel en ziet en ruikt slecht. Je moet hier maar geen beest zijn in Portugal en beter ook maar geen vrouw.
zondag 26 november
Karin en Ernst zijn er. Feest hoor! Gisteren zijn we naar Porto gegaan om ze op te halen. Gisteren en vannacht regen, regen, regen en storm. Ik ben een hele nacht ongerust. Vandaag is het grootste gedeelte van de dag droog. Het is feestelijk en vreemd om Karin en Ernst hier te hebben, net zo vreemd als onze vertrouwde spullen hier te zien. Gisteravond hebben we gegeten in Arganil tegenover de houthandel. We werden als oude bekenden begroet en de eetafdeling werd voor ons geopend. De eigenaar van de houthandel gaf ons flessen aguardente. Het was een heerlijke avond. Portugal deed zijn best een goeie indruk op Karin en Ernst te maken. Ik was trots op beiden en allemaal.
Thuis pakte Karin uit, tot biefstukken aan toe hadden ze meegenomen. Vandaag hebben we dus heerlijk gegeten. Ik wel te veel, maar heerlijk. Oude kaas, chocola, wijngom, droppies, alles heb ik geproefd. Goeie thee en slagroom in de koelkast. We zijn weer rijk. De bibliotheek blijft heerlijk. Karin en Ernst hebben nu een plek waar ze kunnen vertoeven. Karin en Han hebben een gedeelte van de olijven geplukt. Ik ben voor ’t eerst met de fiets weggeweest, paddestoelen gezocht, maar ik moet wachten met bakken tot morgen: de boter is op. Het huis en erf heeft zich ook goed gedragen in de eerste kennismaking met Karin en Ernst. Het huis heeft me niet teleurgesteld. Ik heb het idee dat zij wel kunnen zien hoe het moet gaan worden.
Ook Zé-Luís en Teresinha plus de tweeling hebben ons in de kennismaking met Karin en Ernst niet teleurgesteld. Zé-Luís liet ze kerstbroodjes proeven. De tweeling werd voorgesteld en gedroeg zich braaf. Vrijdag werd hier een vrachtwagen met zand gebracht om te metselen. Het is hier zo blubberig, dat de auto niet meer op eigen kracht weg kon en met behulp van een tractor hier weer weggehaald moest worden. En ik de helft van het zand en de rest van de dag nodig had om de ergste sporen en gaten weer te slechten. Maar de weg hier naar toe is voorlopig zeer moeilijk begaanbaar. Ik zal er puin in moeten storten. Het schijnt dat dinsdag de timmerman echt gaat komen. We wachten af.
maandag 27 november
Wij gingen naar de Serra da Estrela en zijn er haast afgeregend. Godallemachtig, wat een water komt er naar beneden als het regent in de bergen. Uit alle kieren en naden. Dit was echt niet leuk. De vergezichten bestonden eenvoudigweg niet meer. We besloten naar Manteigas te gaan. Die stad werd iedere keer genoemd als wij in de Serra da Estrela geweest waren: “Zijn jullie ook in Manteigas geweest?” Nee, dat waren wij niet, maar we verwachtten ondertussen wel dat het echt iets bijzonders te bieden had. Dus na regen, regen en nog meer regen maar uitgeweken naar een plaats waar je iets verwacht.
Op naar Manteigas dus. 3o km uit de richting huis, maar daar kun je dan ook iets beleven. Vergeet het. Veel water dat onder een brugje door naar de rivier huppelt. Natte lakens die aan de kant van het watertje in de rommel liggen te “drogen” (ik zweer je dat dat de bedoeling was) en geen één winkeltje om nog even in te willen kijken, zelfs geen kroegje. Terug, uren van huis, zonder uitzicht, terug. De auto begint te lekken, Ernst neemt het stuur over. Door Seia zijn we al een aantal keren gekomen. Heeft dat dan misschien iets gezelligs te bieden? Maar even uitstappen en je weer nat laten regenen dan. En verdomd, een echt centrumpje met een plekje om wat te drinken en echt lekker gebak. Niet dat er een kachel brandt.
Ook niet in het restaurant in Arganil, waar we hebben afgesproken te komen eten. Specialiteit van het huis: geroosterde garnalen. Inderdaad, hartstikke lekker, maar wel eten met je jas aan, dat is hier doodgewoon. Bij een kopje koe aan de bar halen wij onze meegebrachte zoetigheid te voorschijn: gekonfijte pruimen en gedroogde perziken. Zonder enige valse schaamte neemt iedereen er graag van. Wij gaan blij weg en krijgen een fles aguardente mee. Ernst met een hinderlijk stuk hout tussen zijn kiezen van de slechte tandestokers, hetgeen thuis met een zakmes verholpen wordt.
Thuis blijkt een vrachtwagen voor de deur vastgelopen te staan in enorme prut naast een nieuwe hoop zand. Ook een tractor is er niet in geslaagd om de vrachtwagen los te trekken, horen we in de bar. Van een toegangsweg of oprit is nu geen sprake meer. Onze halverwege vastgelopen auto moest met vereende kracht (na in kaplaarzen te zijn gestapt) terug geduwd worden naar een ander heenkomen. In de bar met een drankje nog niet alle problemen van onze en de Nederlandse maatschappij kunnen oplossen. Morgen is onze oprit ons enige probleem. Leuk voor vrienden uit een regenrijk land, waar het net prettig weer was, hier in de regen en modder rond te ploeteren in natte kleren en zuigende kaplaarzen.
dinsdag 28 november
Eindelijk weer eens mooi weer, dus eten in de zon op het balkon. Onze weg (oprit) is finaal naar de bliksem. Er is nog meer bouwmateriaal gebracht, balken, stenen, ijzers (voor t gewapende beton), maar onze deur is niet meer haalbaar, dus ligt een gedeelte van het bouwmateriaal meteen om de hoek. Han is begonnen met het dichterbij kruien, maar het eindresultaat is zielig. Hier een hoopje, daar een bergje. ’s Morgens werkten we allen hard. Karin en Han plukten olijven. Er staat al heel veel onder water in een grote pot. Ernst en ik repareerden een klein stukje van ons pad; uitgraven en dan puin voor de drainage en dan weer toedekken. Zoveel puin hebben we niet. De auto blijft voorlopig dus op het bleekveldje van de buren staan. Vanavond gingen we bij Vince en Gwenn langs. Vince probeerde zijn eigen gemaakte wijn en dat wilden wij wel proeven.
Daar op bezoek waren ook 2 Engelsen (echtpaar) die de boerderij in Tabua gekocht hebben. Mike bood hem ons ook aan, maar wij hebben hem nog niet gezien. We dronken wijn en werden lekker warm naast het kacheltje, alhoewel het nu absoluut niet koud is. Morgen gaat er echt gewerkt worden.
woensdag 29 november
Om 8 uur stond de metselaar + een collega voor de deur om te werken. De timmerman kwam later ook. Echt eerlijk waar. Ze werkten echt en keihard. De kozijnen werden uitgebroken en de muur op de voorveranda waar een kapot raam in zat werd neergehaald. Overal staan de kozijnen er al weer in. Morgen worden de inhammen rond de ramen gemetseld en de schoorsteen gemaakt. We zouden eerst met z’n vieren naar Coimbra gaan, maar toen ze echt kwamen en ook bleven, hebben we besloten dat wij hier moesten blijven. Karin en Ernst konden we er gelukkig van overtuigen, dat zij wel moesten gaan. Wij kunnen volgende week weer als we willen. De stad is de moeite waard en hier was echt geen werk voor ons allemaal. Je moet niet de werkers voor de voeten lopen.
Han heeft uren gezocht naar de kranen en afvoeren en sifons die bij de meegenomen wastafels horen. Zonder ze te vinden. We kunnen ze per ongeluk achtergelaten hebben. Dat is erg jammer. Hier zijn de meeste dingen van een erbarmelijke kwaliteit. De oven is – net als ons gasstel – een prul. Ik heb me de hele dag bezig gehouden om volgens de aanwijzingen van Ernst onze oprit te verbeteren. Later Han ook. We zijn nog niet klaar. De eerste laag wordt afgegraven, daar op doe ik dan de grove stenen, daar op puin en daar op de afgegraven laag weer terug. Het is nu droog geweest en zacht, niet zonnig, maar wel lekker van temperatuur. Op dit moment, 8 uur ’s avonds, zitten Karin en Ernst en Han te kletsen in de bibliotheek. Ik zit met mijn jas aan te schrijven aan Han z’n klaptafeltje. Han maakte een ingenieuze klaptafel tegen de kopse kant van het aanrecht, heel praktisch. Ik vind hem ook mooi (deze keer bedoel ik de tafel). Morgen weer om 7 uur op. We gaan wel naar de markt, verder blijven we thuis. De geplukte olijven staan onder water met zout, dat schijnt zo te moeten. Ik zou zo graag eens in de sauna liggen. Goed schoon worden, m’n nagels verzorgen en aan mezelf tutten, dat heb ik hard nodig.
donderdag 30 november
Een heerlijke dag vandaag. Mooi weer en marktdag. We hadden weer geen water s morgens (gisteren ook) en haalden eerst het grote vat moeizaam vanaf de bron met water naar huis voor de metselaar, maar de metselaar had geen water nodig. Hij heeft de hele dag gehakt. Karin en ik gingen al vroeg naar de camping om even te douchen. We waren echt vies en Karin slaakte wellustige genieterskreten over de overdaad aan heet water. Het is heerlijk om je te boenen met heet water als je echt vies bent. Daarna koffie in de bar, waar Karin een föhn aangeboden kreeg om d’r haar te drogen. Daarna naar de markt.
Karin en Ernst (eigenlijk meer Karin) kochten kazen, mandarijnen, noten en ridderzwammen voor thuis. Ik ook. Daarna aten en dronken we uitbundig in de zon met Vince en Gwenn. In de middag douchten Han en Ernst. Ook Ernst was lovend over de douche. Hier telt vaak het geluk dat je treft, als je aan het eind van de dag knellende schoenen uit mag trekken. Dat is ook goddelijk. Karin en ik zaten te kletsen op het balkon. We aten ridderzwammen, namen koffie. Karin en Ernst werden door Cristina, haar vader en Zé-Luís goede reis en tot ziens gewenst. We gaan vroeg naar bed, want we willen om 7 uur onderweg naar Porto. Dan blijft er nog tijd over om ze heel even een neusje Porto te laten zien voor ze vertrekken. Ze moeten om half 12 op het vliegveld zijn.
Foto’s: Bep Hage
Jan Verf zegt
Leuk verhaal om eens door te lezen, maar gauw eens naar Portugal, klinkt allemaal erg aantrekkelijk.
Ellen Lanser zegt
Dank voor dit dagboek, Bep, zo herkenbaar! Tegenwoordig is mijn motto: “we tobben vrolijk voort”, en dat is gekomen doordat we in de begintijd net zo hebben lopen tobben als jullie – zo te lezen.
Ik vond het boeiend leesvoer, hier en daar hilarisch, en die regen …. ook zo herkenbaar!!
Dit was in ´89, dus nu zal het voor jullie beter zijn?
Het beste, en een zonnige groet, Ellen
(www.termas-da-azenha.com)