In 1963 verwisselden mijn ouders en hun jonge gezin het Westen voor het Noorden. We spraken, deden, aten, roken, keken en dachten anders dan de meeste Noorderlingen. Dit Noord-Nederlandse avontuur heeft ons gemarkeerd; kinderen willen geen buitenbeentje zijn. Na lange jaren wonen en werken in binnen- en buitenland, liep ik Marco, 6 jaar geleden, tegen het lijf in hartje Randstad. Hij is gek van de Minho en ik van hem, dus ik pakte mijn boeltje op om in het uiterste puntje van Noord-Portugal te gaan wonen.
We wonen in Riba de Âncora in een opgeknapte casa de pedras met bijgebouwen. Er is een fikse tuin met bomen, struiken, riet, klimop, bloemen, kruipers, “tumtummetjes”-rozen, veel “onkruid”, cactussen en een moestuin. Marco schildert en exposeert. Ik schrijf stukjes. Laatst gingen we samen naar Nederland, want Marco wilde wel eens zien waar ik als kind woonde.
Mijn ouders verhuisden naar het Noorden om een scheepswerf te beginnen. Meer dan 55 jaar geleden reden die pioniers met een overvolle 2CV over de Afsluitdijk naar onbekend land. In mei rijden Marco en ik uit Amsterdam via de polders, langs Almere en Assen naar ’t Waar in het Oldambt. We komen langs gigantische boerderijen, mijn lagere school, mijn ouderlijk huis, de gebouwen en loodsen van wat eens het Waarschip was. Alles is anders dan in mijn herinnering.
In Delfzijl, waar ik toentertijd met mijn vader en broers op de dijk en in de haven liep, verbazen we ons over de grijze Dollard en denken aan de elektriserend blauwe kleur van de oceaan.
De Noord-Nederlandse kunstboer
De volgende dag rijden we via de Blauwe Stad (Winschoten) naar Finsterwolde. Dit Dollardgebied werd tot eind 18e eeuw regelmatig geteisterd door overstromingen. Nadat het leger van Napoleon de Lage Landen binnenstormde wordt er onder Frans regime voortvarend begonnen met de inpoldering. In 1819 ontstaat de Finsterwolderpolder, jong land van vruchtbare zwarte klei, waarop voornamelijk graan wordt verbouwd. In mijn jeugd woont hier Albert Waalkens, zoon van een rijke graanboer. Al van jongs af aan is Albert geboeid door moderne kunst. Er wordt gezegd dat hij als 10-jarig kereltje per se bij zijn tante in Laren wil logeren om kunstenaars (met baard en baret) te ontmoeten. De 20-jarige Albert raakt bevriend met Siep van den Berg. Albert is boer en collectioneur, hij maakt geen kunst, Siep wel, die schildert en is beeldhouwer.
Beeld en Route
In 1959 wil Siep exposeren in het gemeentehuis van Finsterwolde. Dit feest gaat niet door, want de burgervader wil geen spijkers in de muren van het gemeenschapsgebouw. De vrouw van Albert besluit dan “koeien eruit, kunst erin” en Siep mag zijn schilderijen in de boerderij tentoonstellen. Uit deze spontane opwelling ontstaat later galerie Waalkens. De creatieve broedplaats trekt landelijke aandacht. Jonge kunstenaars uit de Randstad komen naar het Noorden om bij Waalkens te werken en te exposeren.
Overigens wordt Van den Berg tot een van de belangrijkste naoorlogse Groningse moderne schilders gerekend.
De tentoonstelling “Beeld en Route” leidt in 1967 tot de grootste manifestatie van moderne beeldhouwkunst langs de openbare weg ooit in Nederland gehouden. De meer dan tweehonderd beelden van 60 kunstenaars trekken tienduizenden bezoekers. Baanbrekende beeldhouwwerken op het strakke en saaie Groninger boerenland. Ook schrijvers als Gerard Reve en W.F. Hermans komen bij het boerenechtpaar terecht.
Als wij bij de nog steeds bijzondere villa aanbellen in de hoop een expositie over Waalkens en “zijn kunst tussen de koeien” te kunnen zien, blijkt dat de galerie inmiddels gerund wordt door kunstenares Bea van Twilert en omgedoopt is tot Bo Lumen.
De Noord-Portugese kunstboer
Voor mij is Mário Rocha de evenknie van Waalkens. Ook hij haalt kunst naar het platteland. Dertig jaar later dan Waalkens dat deed. Deze zomer kun je voor de 21e keer naar Arte na Leira. Dit culturele evenement in Arga de Baixo, het middeleeuws aandoende gehucht in het hart van de Serra de Arga, gaat niet over kunst voor rijke verzamelaars op een exclusieve plek in een stad. Het is een initiatief om mensen naar een ongewone gebeurtenis op een onverwachte plek te krijgen. Kunst als middel om een regio te ontsluiten. Kunst als bindende factor tussen bewoners, instellingen en kunstenaars. Ook Arte na Leira biedt beginnend kunstenaars een podium.
Het inspirerende platteland
Vrienden en huurders nemen we soms mee naar het Aeródromo de Cerval bij Vila Nova de Cerveira. Dit is het domein van Manuel Miranda. Hij geeft vlieglessen en doet rondvluchten en hij is zo’n beetje de enige hier in de Minho die dat doet. Voor 70 euro per uur vliegt hij je over het land tussen Monção/Melgaço en Viana do Castelo en van de kustlijn tot boven de Argas. De eerste keer dat Manuel me naar boven neemt en ik de rode dakpannen en eindeloze maisvelden van de Minho onder me zie, schiet de leuze “Tom vliegt voor U” uit mijn diepste geheugen.
Tom was toentertijd dé man met vliegtuig van het Oldambt. Hij neemt in de jaren 70 de Amerikaanse kunstenaar Dennis Oppenheim het Noord-Groningse luchtruim in, zodat Dennis zijn installatie, “Directed seeding – cancelled crop” met foto’s kan documenteren. In een van Alberts graanvelden wordt een gebied van 157 x 267 m. ingezaaid met behulp van een tractor, die de ingekorte route volgt tussen het tarweveld en de dichtstbijzijnde graansilo. Oppenheim instrueert Waalkens vanuit de lucht. Maanden later wordt het graan geoogst in een gigantische ‘X’-configuratie en daarna opgeslagen om de omzetting van graan tot voedsel te voorkomen.
In het Serralves te Porto hangt divers werk van Dennis Oppenheim. Ook de foto’s van het Finsterwolder land zijn hier te zien.
Man-made Noord Nederland
Het enorm verkavelde Noordoost Groningse land is vlak, kaal, winderig, kil en somber. Van de weeromstuit creëerden mijn ouders een groen paradijs met bomen, struiken en welig tierend onkruid, zoals zevenblad, hondsdraf, vrouwenmantel, paardenbloem, Oost-Indische kers, brandnetel. Een autoriteit op het gebied van tuinen, toen, was beeldend kunstenaar en tuinarchitect, Louis Le Roy. In zijn boek Natuur uitschakelen, natuur inschakelen (nog tweedehands te koop bij Bol.com) bekijkt hij de resultaten van menselijke planning op het platteland, monocultuur en concludeert dat het ecologische systeem uit evenwicht wordt gehaald door eenzijdig op menselijke behoeften in te zetten. Hij zegt: “Het Nederlandse landschap is tot op de vierkante centimeter gepland en gecontroleerd. Door deze beheersing heeft het ecosysteem geen (of te weinig) tijd en ruimte om zich te ontwikkelen. Niet dat de mens zich moet terugtrekken, maar wel moet-ie, samen met de natuur sturen op een rijkdom van vormen en soorten.”
“Tussen de door mens gemaakte bouwwerken schieten bloemen uit een steeds humusrijkere grond. Insecten, andere kruipertjes, muisjes en vogel wonen tussen de kieren en na verloop van tijd raken muurtjes overwoekerd met bijzondere vegetatie”, aldus Le Roy
Oorspronkelijk Noord-Portugal
Voor het Portugese landschap is de Serra de Arga, door zijn biodiversiteit, van groot belang. In de Serra de Arga is de evolutie van bevolking, gebruiken, gewoonten, legendes en tradities uniek. Er leven wolven, otters, watermollen, waterhagedissen en salamanders. Eeuwenlang bediende dit gebied zijn bewoners van zijn natuurlijke hulpbronnen. De Serra is mede gevormd door de eisen van zijn bewoners: Megalithische gemeenschappen, Kelten tijdens het IJzeren Tijdperk, Romeinen, volkeren van de middeleeuwen en van nu. De dorpen en bewoners (herders) bezitten een schat aan levenswijze en seculiere tradities.
Kunst en natuur
Sinds 15 jaar wordt er elk jaar in Ponte de Lima een Festival Internacional de Jardins gehouden van mei tot en met oktober. Dit jaar heeft het als thema “einde van de wereld”, tuinen waar we het diepe, mysterieuze en ondoorgrondelijke kunnen ervaren, omdat de natuur er altijd al was en ons miljoenen jaren is voorgegaan. Tuinen waar “bloemen spontaan en vol leven verschijnen uit de verlaten ruïnes als een monument voor het einde der tijden van een onevenwichtige wereld door de excessen van de mens”.
Voor de meesten ligt Ponte de Lima niet naast de deur, toch is dit initiatief de moeite van een bezoek waard. Geselecteerde projecten van kunstenaars en tuinarchitecten vertegenwoordigen verschillende landen, die elk jaar door een jury worden uitgezocht. Dit jaar staat Nederland er met de Microklimaat Tuin, een project van de kunstorganisatie Laboratorium voor Microklimaten, dat een beleving biedt van verschillende kunstmatige microklimaten (meer, rivier, moeras, berg en woestijn, de houtstapel een helófito filtersysteem, een inheems bos, een veld met wilde bloemen, een heide en een voetbad in de schaduw), die ons bewustzijn van de natuur en het klimaat op het platteland van Portugal vergroten. Kunst en natuur als katalysator en activator om bewustzijn, participatie en controle te stimuleren in de menselijke omgeving (sociaal en ecologisch). Het project visualiseert de menselijke invloed in stedelijke gebieden en richt zich met name op water/wind/warmte in de stedelijke en landelijke omgeving en klimaatprocessen over de hele wereld. Het Laboratorium onderzoekt of kunst een positieve invloed kan hebben op klimaatadaptatie in een samenleving. Door het maken van nieuwe sociale microklimaten willen ze mensen inspireren, motiveren en over laten gaan tot actie.
Minho of Moeder Natuur
Trouwens, voor wie het zich afvraagt, ik voel me hier geen vreemde eend in de bijt. Ja, in de Minho slikt men alle letters in, dus ze zijn net zo moeilijk te verstaan als de Groningers, maar ook al sta je te hakkelen, de mensen zijn vriendelijk, open en nieuwsgierig. En het Portugese Noorden is misschien wel vruchtbaarder dan het Groningse Noorden; alles wat je in de grond stopt slaat aan en groeit. Dit is een regio voor pioniers, wandelaars, rustzoekers en alle anderen. Ik heb het hier reuze naar mijn zin. Viva Norte!
Hanneke Rijkelijkhuizen zegt
Wat schrijf je leuk! Heel interessant artikel, ga wat je beschrijft eens zelf bekijken.
Ton Haak zegt
Prima verhaal – prima tips. Zeker voor iemand als ik die nu in Tomar woont (lekker hoor) waar het allemaal folklore is wat de klok slaat.
Ik ben zelf ook net terug van een verblijf in Holland – mijn eerste langerdurende in 25 jaar. Ik keek mijn ogen uit. Ik schrijf nog wel eens over de enorme verschillen tussen NL en PT die in het oog sprongen – tussen 1994 en 2019 is zo veel gebeurd.
Ik was housesitter in Salland voor de land art-kunstenaar Jeroen van Westen, met wie ik over een periode van tien jaar in de VS enkele projecten had gedaan, o.a. ‘Desert Passage’ (in New Mexico) en ‘Point of Departure’ alsook de aanzet tot een sculpture/installation path (in Kansas). Daar waren ook andere Hollandse kunstenaar bij betrokken, zoals Gerco de Ruijter en Risk Hazekamp en ook Anne Ausloos uit Vlaanderen.
In Holland bezocht ik De Fundatie in Zwolle en ook Kasteel Het Nijenhuis, waar ik tot mijn verrassing ‘Guerre Japonaise’ aantrof, een van de eerste werken van hedendaagse kunst waar ik voor viel, in 1960 was dat. Jan Cremer dus. Die is daar met een hele collectie van vroeg werk aanwezig. Zalig. Ook Kröller-Müller deed ik aan, nog altijd indrukwekkend. Enfin, herinneringen… Want lang geleden bezocht ook ik Boer Waalkens. Dat was in de tijd van ‘Sonsbeek buiten de perken’ (1971) waar ik de publiciteit voor deed.
Ik zie prima kunst in Portugal in verrassende musea ook buiten Lissabon en Porto, maar had toch weinig confrontaties met vernieuwende benaderingen van hetzij het verleden of het heden, of van de aarde, als thema en/of materiaal. Misschien komt dat omdat ik tot op heden mij vooral op Centraal Portugal heb geconcentreerd. Nabij Tomar vond ik Vila Nova de Barquinha aan de Taag, waar een nu tien jaar oud park met beelden en installaties zeker de moeite waard en vooral knus is – een dapper initiatief in een klein stadje dat bij de tijd probeert te blijven met allerlei (veelal bescheiden) activiteiten op kunstgebied. Voor meer moet ik verder reizen, op naar het noorden dus. Voor meer gouden tips houd ik mij trouwens graag aanbevolen.
Muriel Mazure zegt
Hi Lotte,
Ik ben even terug in Nederland, logeer bij mijn dochter in Nieuwolda, woon nu zelf in regio Tábua. En lees jouw artikel. Ik heb zelf 10 jaar in Nw Scheemda gewoond en “ Waarschip” trok altijd al mijn aandacht als ik er langs kwam. Vroeg mij af wat de geschiedenis was, dat weet ik nu ?
Straks doen wij nog n rondje “ finsterwolderpolder” en als ik weer in Portugal ben ga ik de “ Serra de Arga” eens bezoeken.
Toen ik nog in noord Portugal woonde, waar ik nog steeds denk terug te keren, ben ik niet verder dan Ponte Lima geweest. Als kunstenaar heb je mij geprikkeld om uit te kijken naar “ Arte de Leira” 2020
Ik vind het n bijzonder leuk toeval dat wij zo dichtbij elkaar gewoond hebben en nu beide in Portugal wonen.
Espero até logo,
Muriël Mazure
Jan Waijer zegt
Heel leuk om te lezen. En door beide naast elkaar te zetten worden ze beide interessanter. Finsterwolde was in die tijd natuurlijk ook een bolwerk van de CPN. Noord Portugal niet denk ik. Toch een interessante interessante parallel?
Ineke Meijer zegt
Dag Lotte,
Waar corona al niet goed voor is. Door corona geveld ben ik niet aan het werk en begon een beetje te surfen. Toen stuitte ik op jou, zo toevallig.
We hebben in Winschoten in dezelfde klas gezeten en ik herken dat jij ‘anders’ was, zoals je zelf beschrijft. Voor mij had je iets exotisch en mysterieus, zo tussen al die Groningers.
Wat schrijf je overigens leuke stukjes en de onderwerpen vind ik ik ook zo aansprekend.
Misschien weet je nog wie ik ben, we zaten maar kort bij elkaar in de klas. Wij woonden indertijd in Scheemda.
Nu woon ik alweer 34 jaar in Bergen op Zoom. Wie weet vinden de autochtonen hier mij ook een tikkeltje exotisch, echter dat verwacht ik niet. 🙂
Lotte Akkerman zegt
Dag Ineke,
Wat ontzettend leuk dat jij reageert op die tekst die dateert uit 2019 voor de corona, waardoor wij elkaar eigenlijk vinden, nu.
En ik herinner mij jou zeker als een vrolijk, zelfverzekerd kind met prachtige vlechten en donkere ogen. Volgens mij woonde je niet heel ver van het treinstation. Nu dus in Bergen op Zoom en je houdt van Portugal. Leuk.
Lotte