In een derde bijdrage voor Portugal Portal over zijn favoriete plekken in Lissabon schrijft Jule Hinrichs over de karakteristieke, oude volkswijk Alfama. Het is een echte toeristentrekker, maar ook nog een oorspronkelijke Lissabonse wijk met autochtone bewoners.
Jule Hinrichs schreef eerder bijdragen over A Ginjinha en de Miradouro da Nossa Senhora do Monte.
Tegen het steilste stuk Taagoever ligt een van de oudste wijken van Lissabon, de Alfama. Het is een volkswijk op de helling van de kasteelheuvel, iets ten noorden van het huidige stadscentrum. Een naam met ‘al’ beginnend, verraadt een Moorse afstamming. De Moren heersten enkele eeuwen over Lissabon, tot christelijke troepen in 1147 na een maandenlang beleg de stad heroverden op de islamieten.
De Alfama is niet heel oud in de zin dat er nog gebouwen uit de Moorse tijd zouden staan. Door vele renovaties en verbouwingen zijn de huizen in de wijk zelden ouder dan hooguit een of twee eeuwen. De twee witte kerken, de Igreja de São Miguel en de Igreja de Santo Estêvão, stammen uit de achttiende eeuw.
Oud is wel de structuur van de wijk, met smalle kronkelstraatjes, de stegen ofwel ‘beco’s’, met steile trappen en knusse pleinen. De huizen staan soms zo dicht op elkaar dat je door het raam de overbuurman de hand kunt schudden. Delen van de Alfama zijn niet met een auto bereikbaar. Ik raak er nog steeds weleens de weg kwijt, al loopt dat nooit uit de hand omdat het ook weer niet zo’n heel grote wijk is.
Toeristen
De Alfama is een ware toeristentrekker. Dat is vaak geen voordeel, maar in dit geval ervaar ik het niet als een bezwaar, omdat de wijk zo heel nadrukkelijk een eigen karakter heeft behouden. Het is nog steeds een woonwijk, met gezinnen, met bejaarden, met hoog in de straat de was aan de lijn, met winkels en koffiehuizen annex kroegjes voor de lokale bevolking. Het was lang een arme wijk, met veel criminaliteit, drugshandel en langer terug in de geschiedenis bordelen. Dat is allemaal verleden tijd.
Fado
Met de toenemende populariteit van de fado is in de Alfama het aantal fadorestaurants flink uitgedijd. Ik zat een keer met een groep Nederlanders in een restaurant en toen klonken de klanken van de Portugese gitaar op. Tot mijn verbazing ging de dame bij de uitgang aan de kassa opeens zingen, en heel goed ook. Ik was me er niet van bewust in een fadorestaurant te zitten en op zo’n moment treft de magie van het melancholieke Portugese lied je. Iedereen aan de tafel was ook meteen stil.
Een andere keer had ik voor mezelf en mijn dochter Laura een tafel gereserveerd in restaurant Dragão de Alfama. Daar zag ik al bij binnenkomst dat de dame in het zwart op een stoel achter in de zaak de fadozangeres moest zijn. En dat was ze, Rita. Halverwege de avond werd het licht gedoofd, namen de gitaristen hun plaats in en liep Rita naar voren. Met een elegante buiging voor haar publiek stelde ze zich voor in het Portugees, Engels en Frans. De fado in de Alfama is absoluut commercieel, maar ook heel echt en Portugees.
Er is de keuze om de Alfama van bovenaf of van onderaf in te lopen. Ik loop graag eerst omhoog, links langs de Sé kathedraal door de Rua Limoeiro tot aan de Miradouro de Santa Luzia, de bellevue naast de kerk Santa Luzia.
Uitzicht
De miradouro is een pareltje, met een prachtig wit en blauw tegeltableau op de kerkmuur van het Lissabon van voor de aardbeving van 1755. Onder de bougainville aan de rand van de miradouro zijn zitplaatsen met een overzicht over de Alfama eronder, eerlijk gezegd vooral de daken van de wijk. Aan de andere zijde van de kerk ligt een volgende uitzichtplaats, de Miradouro das Portas do Sol, met een vergelijkbaar uitzicht. Van daar is de Alfama van bovenaf in te lopen.
Van onderaf de Alfama in betekent van de kant van de Taag. Ik begin dan meestal bij het plein het Largo do Chafariz de Dentro, het plein van de Chafariz d’el Rei, de fontein van de koning. De fontein is eeuwenoud. Het is een van de warmwaterbronnen waar de Alfama al in de Moorse tijd om bekend stond.
Karakteristiek
Vanaf dit plein loop je zo het meest karakteristieke deel van de wijk in. In de ochtenduren is er op straat vers gevangen vis te koop en in houten kisten is er de trage beweging van nog levende slakken. De laatste jaren zie ik er oudere dames die met hele eenvoudige middelen een handeltje opzetten: ze zitten op een stoeltje naast een tafeltje met flessen kersenlikeur, de ginjinha, en plastic bekertjes. Eén euro voor een borrel.
In dit lage deel van de wijk zit ook de Rua da Judiaria, het gebied waar eens een van de joodse getto’s van de stad was. Tijdens de aardbeving in 1755 werd Lissabon verwoest, maar bleef de op rotsen gebouwde Alfama grotendeels gespaard. Alleen het laagste deel van de wijk en daarmee de judiaria ging verloren, door de op de aardbeving volgende metershoge tsunami.
Loek Kusiak zegt
Persoonlijk vind ik dat het toerisme in Alfama jaar na jaar rampzaliger gevolgen aanneemt. De steegjes kunnen de kuddes toeristen soms nauwelijks verstouwen. Venetiaans! Zelf prefereer ik altijd een wandeling door deze unieke wijk vroeg in de ochtend. Maar hoe dan ook: vergeet het dwalen door Alfama zeker niet af te sluiten met een bezoek aan het Fadomuseum, dat tevens beschikt over een geweldige, vele decennia’s omspannende cd’s in de museumwinkel.
Jule Hinrichs zegt
Het is zeker heel druk in de Alfama en eigenlijk heeft heel Lissabon eronder te lijden. Ik zie het toch als de tol die je betaalt voor een fraaie stad. Een aantal andere steden in Europa kan ervan meepraten. Een punt is ook dat de Alfama op zich niet zo klein is, maar de lage Alfama, het deel met de steegjes, bestaat eigenlijk slechts uit een paar straatjes. Dus loopt het snel vol.
Conny Dijkstra zegt
Dank je wel voor je uitgebreide informatie over Lissabon. Wij gaan binnenkort naar Lissabon en Porto, dus ja ik heb alles gelezen! Wat kun je aanraden voor een Fado-avond? Kleinschalig uiteraard.
Obrigada,
Conny
Jule Hinrichs zegt
Conny, ik zou voor een fado-avond Dragão de Alfama proberen, een restaurant in het hoge deel van de wijk. Twee jaar geleden voor het laatst daar geweest en toen beviel het prima. Overigens denk ik dat er veel vergelijkbaar aanbod is en het dus ook wel wat willekeurig is waar je heen gaat. En als je benieuwd bent naar Lissabon ben ik zo vrij mijn boek ‘De Witte Stad, het verhaal van Lissabon’ aan te raden, over zowel de geschiedenis als het moderne Lissabon.