Een van de rijkdommen van Portugal, naast de mooie landschappen, de gastronomie en de gastvriendelijkheid, is zonder twijfel zijn taal. Het bewustzijn dat deze bijzondere, rijke en gedifferentieerde taal iets is van henzelf, is bij de Portugezen wijd verbreid. In alle sociale lagen zelfs. Dat leidt ertoe dat je als buitenlander af en toe op een ‘lesje’ getrakteerd wordt. Zo was er een installateur die langskwam om de schotel te richten, die mij geduldig uitlegde dat een tang niet zomaar een tang is. Maar dat hij een alicate (platbektang) nodig had voor de klus én een turquês (knijptang).
Dat is dus anders dan in het Nederlands gebruikelijk is; wij hebben het ‘hoofdbegrip’ tang en zetten er de functie vóór (platbek/knijp). Terwijl in het Portugees iedere soort een eigen naam heeft. En die moet je kennen om precies te zijn.
Een eigen naam
Zo is er in het Portugees ook een eigen benaming voor van de boom gevallen naalden van naaldbomen caruma. En wordt er een uniek werkwoord gebruikt om aan te geven dat het ophoudt met regenen estiar. Een ander werkwoord escanhoar drukt uit dat iemand zich voor de tweede keer aan het scheren is om een echt glad gezicht te krijgen.
Nog een sprekend voorbeeld zijn de verschillende namen voor een kudde, roedel of zwerm.
- Rebanho bij schapen of geiten
- Cabrada specifiek voor geiten
- Manada voor runderen
- Vara of vezeira voor varkens
- Cáfila voor kamelen
- Matilha, cainça, canzoada voor honden
- Alcateia voor wolven
- Bando voor vogels
- Cardume voor vissen
- Enxame voor bijen en wespen
Door al deze specifieke benamingen herinnert het Portugees in veel opzichten aan het Arabisch, waarin bijvoorbeeld een honderdtal benamingen voor kameel voorkomen, afhankelijk van soort, grootte, kleur enz. Terwijl er geen samenvattend begrip bestaat voor het woord kameel.
De rijkste taal?
In hoeverre het Portugees inderdaad tot de rijkste talen ter wereld behoort, valt niet na te gaan. In het algemeen wordt het Engels als zodanig beschouwd met zijn 600.000 woorden. Maar Porto Editora heeft een woordenboek in de handel gebracht met 500.000 Portugese woorden.
De rijkdom van de Portugese taal bestaat niet alleen uit de grote woordenschat, maar ook uit veel speciale uitdrukkingen, een veelvoud van zegswijzen, die ook nog eens flexibel gebruikt worden, plus een overvloed aan synoniemen. Voor moe cansado staan er in het synoniemenwoorden 23 andere woorden, die natuurlijk niet allemaal precies hetzelfde betekenen als moe.
Ook zijn er meer dan 100 woorden waaraan men –ada kan toevoegen. Daarmee laat je zien met welk lichaamsdeel of voorwerp een klap of slag wordt toegebracht. Cotovela (elleboog) cotovelada. Klap met een stok pau wordt paulada. Palma handpalm wordt palmada.
Plak
Niet te verwisselen met een palmatoada, dat is een klap die je krijgt met een palmatória. Een klap met een plak. Ik heb het van horen zeggen: de schoolmeester die een vervelende of ongehoorzame leerling op het binnenste van de hand sloeg met een plak: een korte stok met een schijf aan het uiteinde. Diezelfde plak werd in veel landen om ons heen ook gebruikt en heet dus in het Portugees palmatória. Of het meisje met de vijf ogen menina dos cinco olhos, omdat er vijf gaten in de plak zitten om zo de klap harder te laten aankomen. Outros tempos!
Het Portugees kent de uitdrukking: Dar a mão à palmatória, als iemand bekent dat hij een fout heeft gemaakt.
Voeg bij alles wat hierboven beschreven is de spreekwoorden, het calão (slang), de lingua erudita (taal voor zogenoemde hoger opgeleiden) toe plus een overvloed aan vervoegingen van werkwoorden. Om de rijkdom van het Portugees extra te benadrukken. Het geeft de Portugees het gevoel dat hij over een zeer waardevol, zij het gecompliceerd, uitdrukkingsmiddel beschikt. Maar dat alles is vanzelfsprekend hoofdbrekend voor Portugees-lerenden.
Dit is deel 26 uit de serie ’Portugese taalweetjes”. De vorige delen kun je hier lezen alle taalweetjes
Bron: de serie ′essa nossa ditosa língua’ van Peter Koj in de Portugal-Post
Wim van Keimpema zegt
Bijzonder interessant om zoveel over de Portugese taal te lezen en te leren. En ook heel bijzonder dat Han Overkamp over de Portugese taal zoveel kan vertellen.
Wij verblijven de laatste 35 jaar regelmatig in Portugal en spreken, schrijven en lezen de Portugese taal en ik zal over deze “ontdekking” zeker met mijn Portugese vrienden spreken.
Naast Spaans spreek, schrijf en lees ik het Portugees sinds 1970 door 4 jaar werken en wonen in Mozambique. Mijn petje af voor Han.
han overkamp zegt
Dank je, Wim, voor dit bericht.