De sardine is voor een Portugees van even groot nationaal belang als de haan van Barcelos. De vis staat het meest in de belangstelling in de maanden zonder –r (mei, juni, juli, augustus). Dan is hij lekker vet, tot groot plezier van zijn vurige fans (aficionados), die echter de vis niet met mes en vork van een bord eten. Wat ook spreekwoordelijk klopt want: Sardinha e galinha só com a mãozinha (sardine en kip eet je alleen met je handen).
Maar bij sardines komt er nog wel een stuk brood bij van pas um naco de pão, het liefst maisbrood broa, waar de vis op ligt. Dat zuigt het vet van de sardine het best op en wordt tenslotte, na de derde of vierde sardine, zelf een delicatesse. Em Maio pinga no borralha e pelo São João pinga no pão in mei druppelt het vet alleen maar op de kolen en rond St. Jan ook op het brood. Dat gebeurt allemaal in het hoogseizoen van de sardinhadas, de barbecuefeesten.
Zeker in de maand juni gebeurt er zonder de sardine niets, want dan vieren de Portugezen uitbundig hun Santos Populares. Santo António op 13 juni in Lissabon, São João op 24 juni in Porto en São Pedro op 29 juni in verschillende andere steden.
Als gevolg van verschillende wedstrijden, die in de afgelopen jaren georganiseerd werden door de Camara Municipal Lisboa en de traditierijke keramiekfabriek Fábrica Bordallo Pinheiro, bevolken tegenwoordig hele ‘scholen’ van onderling verschillende keramieksardientjes de souvenirwinkels en zij hebben zelfs de haan van Barcelos verdrongen als het meest geliefde cadeautje voor thuis.
Sardines in de taal
Ook in de taal is de sardine uitdrukkelijk aanwezig. Als een Nederlander zich voelt ‘als haringen in een ton’, voelt een Portugees zich, in een te krappe ruimte met veel mensen , als ‘sardines in een blikje’ como sardinha em lata. En sardinegeld dinheiro de sardinhas is de afbetaling in termijnen van een grotere schuld, en dat dan met een klein maandelijks bedrag. En als iemand de sardine wegpakt met een kattenpoot tirar a sardinha com a mão do gato, dan probeert hij, heimelijk en listig, iets te pakken te krijgen. ‘Sardinha’ is ook een kinderspel, waarbij men probeert op de uitgestrekte hand van de ander een klap te geven. Maar meestal lukt het die ander om zijn hand zo rap als een sardine terug te trekken.
En de volgende uitdrukking kwam al in een van de vorige taalweetjes ter sprake: a mulher quer-se como a sardinha, pequenina e fresca.
‘Sardinha’ is tevens de achternaam van sommige Portugese families. Zo leefde er begin 20e eeuw een zekere António Sardinha in Coimbra. Hij moest niets hebben van de zojuist ingestelde republiek, wilde het monarchisme terug, een betere samenwerking met Spanje een een sterk katholicisme. Het Integralismo Lusitano was een ‘uitvinding‘ van hem. Kortom, hij was een rasconservatief, een rechtse rakker in zijn tijd. Zo vond hij de grote ontdekkingen van Portugal in de 15e en 16e eeuw helemaal niet goed geweest voor het land, want zij hadden een tijdperk ingeluid waarin kapitalisme en cosmopolitisme konden gedijen, waardoor het grootse ideaal van een mooi en vredig leven op het platteland voor iedereen werd verpest.
In de politiek gebruikte de oppositie tijdens de harde bezuinigingen a sardinha matou o burro. Waarmee ze wilden zeggen dat ‘dit’ de druppel was die de emmer deed overlopen. Het verhaal erachter is dat van een visser die heel veel sardines had gevangen en naar de markt ging om ze te verkopen. Hij laadde zijn ezel zo vol dat deze door zijn poten zakte, zijn evenwicht verloor en omviel. Volgens de visser was dat de schuld van de allerlaatste sardine die hij op de ezel had gelegd.
Op de barbecue
Het meest bekende spreekwoord is dat van de vuurgloed die waarop men zijn sardine wil leggen.
Puxar/levar/chegar a brasa à sua sardinha. De uitdrukking zegt ons dat iemand zijn eigen belang vooropstelt. Vreemde situatie…waarom niet je sardine gewoon op het vuur leggen.
In haar boek: Puxar a Brasa à Nossa Sardinha geeft Andreia Vale de volgende verklaring hiervoor.
‘Honderd jaar geleden gebruikte het arme deel van de bevolking van Lissabon de gloeiende kolen in de werkplaatsen in hun buurt om hun sardines op te roosteren. Daarbij was het vaak dringen om een goede plek en hadden bepaalde mensen geen zin om gewoon op hun beurt te wachten’. Aardig bedacht, maar zou het dan in Madrid op dezelfde manier gegaan zijn? Want de Spanjaarden kennen dezelfde uitdrukking: Cada uno arrima el ascua a su sardina.
Verder bespreekt zij het roosteren zelf. ‘Het is geen occulte wetenschap en er komen ook geen trucjes en strenge regels bij kijken. Zout de sardines een half uur van tevoren en steek de kolen aan. Als de kolen gloeien en er geen vlam is, kunnen de sardines erop. Pak ze bij de staart, leg de kop er het eerst op en dan de rest, met de buik naar je toegekeerd,. Doe het net als met een penseelstreek van links naar rechts Uma pincelada da esquerda para a direita.’
Een heel korte video over: hoe maak je van sardine sushi’s:
Dit is deel 25 uit de serie ’Portugese taalweetjes”. De vorige delen kun je hier lezen alle taalweetjes
Bron: de serie ′essa nossa ditosa língua’ van Peter Koj in de Portugal-Post
Geef een reactie