Deze keer leer ik je wel honderd Portugese woorden in een paar minuten. Hoe? Je neemt een Nederlands woord dat op –tie eindigt. Felicitatie bijvoorbeeld. Dat verander je door van de –tie een –ção te maken. Dus felicitação. Succes verzekerd! Nog meer voorbeelden:
constructie construção
reparatie reparação
prestatie prestação
situatie situação
manifestatie manifestação
redactie redação
En ook bij realisatie, conditie, generatie en prescriptie gaat deze truc op. We hebben het dan even niet over de schrijfwijze; wel over hoe je het snel uitspreekt.
Helaas, was het maar waar. Bij andere woorden op –tie werkt het niet zo. Dus deze uitzonderingen bevestigen de regel niet. (Ook al zijn er mensen die daar niet tegen kunnen en zeggen dat de uitzondering de regel wél bevestigt). Want politie is polícia, spatie is espaço en vakantie férias.
Maar het blijft toch een leuke truc om snel van het Nederlands naar het Portugees te gaan.
Een verklaring
Portugees is een Romaanse taal en stamt van het Latijn af. Andere Romaanse talen zijn Frans, Spaans en Italiaans. Wie dus Latijn op school heeft geleerd of een Romaanse taal spreekt, kan snel grote delen van Portugese teksten vertalen. Want de uitgang –ion is in andere Romaanse talen dan het Portugees gebruikelijk (réparation in het Frans, reparación in het Spaans en construzione in het Italiaans). Het Portugees heeft hiervoor dus zijn eigen uitgang –ção en dat is meteen typisch voor het Portugees. Hij komt in geen enkele andere Romaanse taal voor. De tilde˜ is in de plaats gekomen van een ‘n’ aan het eind van een woord. Dat is door middeleeuwse Portugese schrijvers ingevoerd als verkorting.
Maar bij een juiste uitspraak van deze klank –ção komt wel wat kijken. Enige oefening is vereist. Niet alleen bij het uitspreken van bovenstaande woorden. Want deze klank komt ook voor in dagelijks gebruikte woorden als não, cão, pão, mão, chão, grão, tão. En natuurlijk in vervoegingen van de werkwoorden ser (são), estar (estão) en dar (dão).
Blijft staan de vraag hoe de uitspraak moet zijn. Let op: die van een jankende hond, volgens mijn bron. En het hoeft niet zachtjes!
De uitgang –au is in Portugal minder verbreid, maar komt wel voor in belangrijke woorden als mau (slecht), pau (stok), cacau (cacao), lacrau (schorpioen), carapau (horsmakreel) en bacalhau.
Dit is deel 20 uit de serie ’Portugese taalweetjes′. De vorige delen kun je hier lezen alle taalweetjes
Bron: de serie ′essa nossa ditosa língua’ van Peter Koj in de Portugal-Post
Geef een reactie