Net zoals op de woensdag in Caminha kent elke gemeente in Noord-Portugal zijn reguliere wekelijkse markten. Veel dorpjes of stadjes hebben op de zaterdag of zondag een aanbod van brocante en rotzooi, vaak in combinatie met kramen vol lokale lekkernijen en soms met een veemarkt, zoals in Ponte de Lima. Meestal staan deze markten langs een rivier.
Gisteren gingen we naar de markt in Vila Nova de Cerveira, aan de Minho, vlak bij de Spaanse grens. We gaan speciaal naar deze markt voor het indrukwekkende aanbod van ovenschalen, borden, botervlootjes en ander aardewerk, allemaal spul met een verborgen fabrieksfout. Voordat we ons aan het keukenkeramiek gingen verlustigen, reden we naar Spanje om de auto vol te tanken met goedkope diesel.
Marco stuurt zwijgend. Ik vraag wat er is. “De fut is eruit”, zegt hij gekweld. “De opdrachtgever voor een nieuw schilderij belt me niet terug, de verbouwing aan het huisje ligt stil en ik wacht al weken op bestelling staal. Portugezen kunnen niet plannen, ze bellen nooit terug en laten je in het duister over een vervolgactie, ik weet het, maar soms vliegt het me aan”, zegt hij met een beschaamd lachje. Ik begrijp opeens waarom deze man zo houdt van de oceaan, de onvermoeibare motor die nooit hapert en onverminderd doorrolt.
Vanuit Tui rijden we terug naar Portugal over de brug die Gustave Eiffel in 1884 bouwde en die Spanje (Tui) en Portugal (Valença) met elkaar verbond. Het is de eerste keer dat ik hier rijd. Alles is indrukwekkend, de symmetrie van de brug, het tegenliggende verkeer dat rakelings lang ons heen schuurt, het uitzicht naar beneden op de altijd stromende Minho en het opdoemende Portugal, dat een groot aantal rivieren kent. De Minho is mijn favoriet, want als ik die zie ben ik bijna thuis. De Minho werpt zich uit in de Atlantische Oceaan bij Caminha, na een traject van 340 km vanaf de oorsprong, het Spaanse Galiza, te hebben afgelegd.
Sinds een jaar of tien kun je vanaf Monção, bijna ononderbroken naar Caminha fietsen over de ecopista, een fietspad, dat is aangelegd langs de spoorlijn en dat met de Minho mee meandert.
Op de Minho wordt onder andere gevist naar lamprei dat ook wel prik of negenoog heet. Het is een vis met een rij gaten in zijn kop, waarvan zeven dienen voor de ademhaling, het achtste is om mee te kijken en het negende is de neusopening. In februari, maart en april kun je in bepaalde restaurants in Vila Nova de Cerveira en Caminha arroz de lampreia eten. Dit rijstgerecht dankt zijn vreemde donkere kleur aan het bloed van deze vreemde vis.
Als we de markt hebben bezocht en terugrijden naar huis merken we halverwege dat de zee veel ruiger is dan anders. We rijden Vila Praia de Âncora in, langs de boulevard, stappen uit bij de vroegere visafslag en kijken een poos zwijgend naar de spectaculaire niet te stuiten golven die keer op keer over het havenhoofd stuiven.
Baert Caroline zegt
De Minho is voor ons ook prachtig, we gaan reeds 20 jaar op vakantie naar de Minho en zijn nog altijd verrast van het mooie landschap, de mensen, het eten en de wijn.
Gerda zegt
Na het lezen van uw colum willen we naar de markt gaan in Vila Nova de Cerveira. Op de website staat dat deze op zaterdag is maar in uw verslag van 6 november staat dat u de dag ervoor was gegaan dus op zondag? Of is het misschien het hele weekend? Alvast dank voor uw reactie.
Lotte zegt
De wekelijkse markt (met het mooie aardewerk, de tapijten, voedsel en van alles wat) is op de zaterdag. Elke tweede zondag in de maand is de curiosamarkt (oude meubels, schilderijen, oude apparaten, boeken en zo, waar soms hele leuke dingen te koop zijn).
Vila Nova de Cerveira is sowieso (ook zonder de markten) een bezoek waard.
Gerda zegt
Hartelijk dank voor uw snelle reactie. We gaan er zeker naar toe.