Wij gingen in september de oostkant van de Douro verkennen en konden dan mooi meteen een paar tentoonstellingen “even meenemen” die daar in zes verschillende plaatsen werden gehouden.
De 3de Global Print / Douro had 543 deelnemende hedendaagse kunstenaars uit 67 landen, onder wie twee uit onze Amerikaanse “stal” van toen wij nog tentoonstellingen organiseerden in twee galerieën in Kansas: Laura Berman en April Flanders. Nederland werd door negen kunstenaars vertegenwoordigd, van wie enkel Ingrid Simons ons bekend voorkwam. Van de zes locaties wisten we er vier te bezoeken: die in Favairos, Alijó, Régua en São Martinho de Anta. In 2018 vindt in dezelfde locaties en nog vier andere in de regio voor de negende keer de Internationale Printmaking Biennial plaats, die van nog groter omvang is – en zo is er dus elk jaar aan het eind van de zomer links en rechts in de Douro, in stadjes en dorpen, een presentatie van grafiek van topkunstenaars uit de halve wereld.
Voetstappen van titanen
We gingen voor het landschap (tijdens de druivenoogst) en voor de kunst. Het landschap, tja, daar zijn natuurlijk nauwelijks woorden voor. Prachtig, lieflijk, boeiend, romantisch, spannend, dramatisch, een lust voor het oog. “De sublieme Douro. Het mirakel van een landschap dat die kwalificatie verliest door z’n onmetelijkheid. Het is niet iets dat het oog kan vastpinnen, het is de natuur als exces. Terrassen als de voetafdruk van titanen die de hellingen op- en afklimmen; volumes, kleuren en modulaties die geen beeldhouwer, schilder of musicus kan vertalen; horizons die door het oog van de naald verdwijnen. Een maagdelijk universum, alsof het zojuist werd geboren, en toch is het van alle eeuwen door z’n harmonie, sereenheid, en stilte die zelfs de rivier niet durft verstoren, nu eens zich terugtrekkend achter de bergen, dan weer op de achtergrond zijn eigen macht overpeinzend. Een geologisch gedicht. Absolute schoonheid.” (*)
De aanhouder wint
De kunst, van uitstekend niveau tot fenomenaal, was duidelijk geselecteerd door iemand met een verdomd goed oog. De locaties daarentegen, die verschilden van kwaliteit. De kunst kreeg in Alijó, in de bibliotheek bij het zwembad, een zwakke presentatie in een hal die eigenlijk niet goed voor exposities geschikt is. In het bescheiden Brood en Wijn Museum van Favaios werd de kunst wel erg slecht bedeeld: een benedenmaatse presentatie die was weggestopt in kamertjes, met als afgrijslijk voorbeeld een mooie Ingrid Simons slordig op een schildersezel gezet en met het kaartje van titel en prijs in een hoek praktisch over de afbeelding geplakt met cellotape – beledigend voor de kunstenaar. Het Douro Museum (Régua) is indrukwekkend als presentatie van de portindustrie, maar heeft geen “lekkere” ruimte voor een additionele kunstexpositie; wat daar hing, hing evenwel keurig netjes. Tot onze blijdschap vonden wij (de aanhouder wint, nietwaar) in São Martinho de Anta, een kleine nederzetting waarvan we niet veel verwachtten, een prachtige tentoonstelling in een ronduit magnifiek gebouw, de Espaço Miguel Torga.
Een schokkend gebouw
Aan de rand van dat dorp staat een op het eerste gezicht wonderlijk, misschien wel schokkend gebouw – schokkend van weloverwogen eenvoud – waarvan de betekenis niet direct zichtbaar is. Lange wanden van… het blijkt xisto (leisteen) te zijn, maar nu als een “schutting” van lange staven zoals die ook in de Douro’s wijnbouw worden toegepast voor het creëren van hoge ranken. Mooi materiaal dat, van een afstand gezien, op hout lijkt; de wijngaarden staan en liggen er vol mee. De architect is Eduardo Souto de Moura, een ontwerper die weet hoe met “brutish” materiaal om te gaan. Hij tekent ook voor het metrostation Casa de Música in Porto (zelf ook bruut, maar ontworpen door de Nederlandse architect Rem Koolhaas); voor het cultureel centrum in Viana do Castelo; het (fabelachtige) Convento Das Bernardas, een riant hotel in Tavira waar ik, geen liefhebber van de Algarve zijnd, zo zou willen boeken; en voor een serie kleine woningen in Sete Citades nabij Ponte Delgada, op São Miguel, het grootste eiland van de Azoren. Ik zocht dat ontwerp op en ik – iemand die nooit over de Azoren had nagedacht – kreeg onmiddellijk de neiging een vlucht te boeken en aldaar te resettelen. De rest van het eiland is immers ook niet om weg te vlakken. Zo zie je maar weer, het kan raar lopen als het toeval een rol speelt. Wij zijn al eerder in ons leven en om minder zwaarwegende redenen van huis, landsdeel en zelfs van land veranderd.
Kwijlend van opwinding
De Espaço Miguel Torga. Prachtig “minimal” van buiten, perfect geordend van binnen. Het cultureel centrum is genoemd naar en gewijd aan de Portugese dichter en schrijver van naam en faam, Miguel Torga, oftewel Adolpho Correia da Rocha. Torga ontleende zijn schrijversnaam aan de torga plant, de “Erica lusitanica,” een plant die zich met sterke, lange wortels onder de rotsen nestelt in de bergen van het noordoosten en witte, paarse of wijnrode bloemen krijgt aan een kaarsrechte steel. Een prima keuze van pseudoniem, want Torga (hij overleed in 1995) was een lange, ijzersterke “landsman” met een kaarsrechte rug die echt in zijn geboortestreek geworteld was. Naast zijn graf in zijn geboorteplaats São Martinho de Anta staat dan ook trots en sterk een torga geplant. In 1965 schreef hij over zijn dorp: “Ik arriveer, al is arriveren niet echt nodig, ik hoef enkel in deze richting te gaan – en ik ben als Pavlovs hond, kwijlend van opwinding vanwege mijn daar zijn… Ik hoor de kerkklok galmen. Ik proef de chorizo in mijn mond. Ik ruik de rozemarijn…” Even verderop staat Torga’s huis, “Het geboortehuis vernieuwd, met al de schaduwen van het verleden gewitkalkt.”
Zien met een grote Z
De grafiektentoonstelling in het centrum was echt perfect. De (permanente) educatieve tentoonstelling gewijd aan Miguel Torga elders in het centrum is een topper ook als je niks met poëzie of kritisch Portugees schrijversschap hebt. De hoofdpersoon, zijn gezin en vrienden, zijn collega’s, zijn hele leven en werken, zijn landschap, zijn steden (hij werkte lange tijd als gespecialiseerd arts in Coimbra) – het is allemaal helder en boeiend tentoongesteld met een schat aan foto’s. Bijna had hij de Nobelprijs voor Literatuur toegekend gekregen en wat mij betreft had dat moeten gebeuren – en ik heb nog slechts enkele van zijn vele honderden gedichten en korte verhalen vertaald (in het Engels) gelezen; er schijnen ook vertalingen in het Nederlands te zijn. Torga is de best denkbare beschrijver van volk en land in de Beira Alta en Trás os Montes. Hij is direct in zijn taal en weet tegelijk als geen ander sferen en karakters te tekenen. Wat deze man wist te zien met een grote Z, wat hij wist te bevroeden van histories, achtergronden, beweegredenen, aarzelingen, plus de nodige droefheden en liefdes – wel, in al z’n menselijkheid grenst het aan het onmenselijke. Dat “toevallige” bezoek was derhalve de moeite meer dan waard. Een aanrader.
Scheterig stadje
De verrassingen waren nog niet afgelopen. We trokken langzaam terug naar onze woonplaats Tomar en op onze van prachtige uitzichten overvloeiende tocht bereikten we Penedono, in de Beira Alta. Tja, wat moet ik zeggen? Op z’n Hollands dan maar: “Een scheet van een stadje” aan de voet van een dapper fort uit 960. Het komt in niet veel reisgidsen voor, dus een ontdekking, opnieuw een aanrader (inclusief het gloednieuwe Hotel Medieval precies onder het kasteel). Na deze ontdekking kwam als vanzelf het volgen van de “Rota do Sirigo,” een cirkel voor een autotour en voor een trip te voet die door A-do-Bispo, Ourozinho en Antas terugleidt naar Penedono. De kastanje-oogst was aan de gang – en er staan daar wat kastanjebomen in de “castanheiro da guerra.” Er liggen kanjers van rotsblokken, er staan enkele monolieten en er zijn uitgravingen van monolieten te vinden. De mooiste nederzetting van de streek is Ourozinho, een prachtig onderhouden schist-dorpje waar het wel zalig wonen moet zijn tussen deze hun omgeving aandachtig liefhebbende en noest op het land werkende Portugezen. Van expats is daar nog niets te merken. Oef, ik hoop niet dat ik nu teveel heb aangeprezen, het moet daar wèl eeuwig onveranderd blijven.
(*) Net als wat elders is aangehaald: een citaat uit werk van Miguel Torga (in mijn vertaling).
Geef een reactie