Niet dat Portugal bepaalde kleuren in bezit zou hebben, maar ik bedoel hiermee de kleuren die op de Portugese vlag te zien zijn. Groen, rood, geel, wit en blauw. Zwart zijn de lijnen op de vlag, maar zwart is geen kleur en eigenlijk hoort zwart er niet bij. Toch heb ik de laatste plaats ingeruimd voor zwart, want er is wel wat over te vertellen.
Bij de start van de republiek in 1910 en het hijsen van de nieuwe vlag kregen de kleuren groen en rood min of meer een nationale status; ze vervingen de eeuwenoude kleuren van de monarchie wit en blauw. Wat het voetbal betreft: terwijl Benfica rode shirts draagt, speelt de andere grote Lissabonner club Sporting in het groen. Maar het elftal van FC Porto blijft de monarchiekleuren trouw: blauw en wit.
Alle genoemde kleuren spelen ook in de taal en daarmee in het bewustzijn van de Portugezen een belangrijke rol.
Groen
Verde is niet alleen groen, maar ook alles wat jong is. Anos verdes betekent jeugd. En dat wat fris of vers is of pas kortgeleden werd behandeld of gezouten: carne verde, presunto verde, bacalhau verde. Bij fruit betekent het woord verde ook onrijp. Een vinho verde is niet verde omdat hij er groen uitziet, maar omdat hij jong en fruitig is na een kortdurende vinificatie. En als in de fabel van La Fontaine de druiven onbereikbaar hoog hangen, zegt de Portugees há, mas são verdes! (Ze hangen daar wel, maar wat maakt het uit, ze zijn toch onrijp!). Als iemand põe o pé em ramo verde (zijn voet op een groene jonge twijg zet) dan begeeft hij zich op onbekend terrein, maar krijgt wel voor elkaar wat hij graag wil. Andere begrippen zijn de recibo verde, waarmee zelfstandig werkenden hun inkomsten kwiteren en de via verde de vrije doorgang bij de tolpoorten op de autowegen.
Rood
Bij de kleur rood heb je ermee te maken dat er naast vermelho ook encarnado en tinto bestaat. Het verschil wordt soms populair-wetenschappelijk uitgelegd. Vermelho, dat zijn de communisten en encarnado, dat is Benfica. Encarnado is van vlees afgeleid (carne is vlees). Terwijl vermelho afstamt van het Latijnse vermiculus, een kleine worm waaruit de antieke Romeinen het karmijnrood konden bereiden. En tinto wil eigenlijk zeggen ‘getint’ ofwel een donkere kleur. Vermelho speelt de grootste rol in de taal. In alle internationaal gangbare uitdrukkingen met rood wordt het ingezet: Cruz Vermelha (Rode Kruis), cartão vermelho (rode kaart), lanterna vermelha (laatste plaats in het klassement), planeta vermelho (rode planeet) en Exército Vermelho (Rode Leger). Typisch Portugees schijnen de naipes vermelhos te zijn (harten en ruiten bij speelkaarten) in tegenstelling tot de naipes pretos (schoppen en klaveren).
Geel
Over het beetje geel in de vlag. Het nautische instrument dat in het midden van de vlag staat, de armillairsfeer, dat de hemelglobe voorstelt, is van gele messing latão amarelo gemaakt. Geel heeft, anders dan rood en groen, de Portugezen schijnbaar niet veel te zeggen, want er zijn nauwelijks typisch Portugese uitdrukkingen mee te vinden. Riso amarelo is een gekunstelde lach en in straattaal is een amarelo een stakingsbreker. Geel is bij de Brazilianen wel een favoriete kleur, want bij voetbalwedstrijden voor internationale kampioenschappen verzinkt het land in een zee van canarinhos (kanarietjes).
Blauw
Ook van blauw valt weinig te zeggen. Hoewel Portugal en blauw (azul) wel onafscheidelijk zijn, vanwege de fenomenale strakblauwe lucht overdag. Correio azul stelt een snellere postbestelling voor en in straattaal is estar azul radeloos of hulpeloos zijn.
Wit
Om met de ‘witte olifant’ elefante branco te beginnen; het gaat hierbij om een begrip dat de laatste tijd vaak gebruikt wordt. Het duidt een zaak of een project aan dat veel geld opslokt, maar waarvan het nut of de opbrengst de kosten niet rechtvaardigen. Van deze ‘witte olifanten’ dartelen er heel wat rond in Portugal! Een meer positieve bijklank heeft cavalo branco (het witte paard). In theaterjargon karakteriseert men hiermee een buitenstaander die een theatergroep of productie financieel ondersteunt. Een arma branca bezit een gepolijst blank lemmet. Bij een casamento branco wordt er in het huwelijk niet aan sex gedaan en de vrouwelijke laatstlevende van zo’n huwelijk noemt men een viuva branca (witte weduwe). De escravatura branca is vrouwenhandel met het doel prostitutie. Er zijn ook frades brancos (witte kloosterbroeders) en dat zijn Cisterciënzers met hun witte habijt. In tegenstelling tot de frades pretos waarmee de Benedictijnen worden aangeduid waarvan het habijt zwart is.
Iemand met een carta branca heeft volledige handelingsvrijheid gekregen. Onaangenaam is het om een nacht em branco door te moeten brengen, omdat het dan niet is gelukt de slaap te vatten. En in Loulé wordt ieder jaar de noite branca gevierd, een avond waarop iedereen, in het wit gekleed, vrolijk afscheid neemt van de zomer. De ponto em branco wil zeggen dat iets feilloos goed is gegaan. Cabelos brancos is grijs haar. Branco é, galinha o pôe wordt gezegd als iets makkelijk te raden is, zelfs een kip kan het.
Zwart
Ook bij deze kleur zijn er twee verschillende woorden in gebruik preto en negro. We gebruiken preto in café preto, chá preto, cerveja preta of uvas pretas (blauwe druiven). Maar als het gaat over de ‘black box’ van een vliegtuig kan men allebei zeggen caixa preta of caixa negra. Net als bij peper, ook daar kan het preta of negra zijn. Maar buskruit is pólvora negra en niet preta. Het lijkt erop dat er meer idiomatische uitdrukkingen zijn met negro, want dit bijvoegelijk naamwoord heeft naast zijn grondbetekenis als ‘donkerste kleur’, ook negatieve bijbetekenissen zoals treurig, twijfelachtig, schadelijk, bedrieglijk. Negro komt ook voor in morte/peste negra (zwarte pest), livro negro (zwartboek), mercado negro (zwarte markt) en humor negro (zwarte humor). Een negra is een blauwe plek op de huid maar ook een donkere fles vol wijn. Een geada negra is de vrieskou die jonge planten vernietigt. En als iemand met een zwarte vingernagel (por uma unha negra) ergens mee klaar is, dan was dat geweldig van hem. Een maré negra is een olievlek op zee. Maar ouro negro is het zwarte goud, de olie die rijkdom brengt.
Een heikel thema is het gebruik van negro en preto met betrekking tot Afrika en zijn inheemse bewoners. Tegenwoordig wordt het als politiek correct beschouwd om deze bewoners met preto te benoemen, zoals het ook al in de koloniale tijd de gewoonte was.
Dit is deel 12 uit de serie ’Portugese taalweetjes”. De vorige delen kun je hier lezen alle taalweetjes
Bron: de serie essa nossa ditosa língua’ van Peter Koj in de Portugal-Post
Henk Eggens zegt
Over zwart en Afrika: In 1982 werkten mijn liefde en ik in Guinee-Bissau. Op weg naar ons verlof in Nederland namen we een taxi in Lissabon en vertelden de chauffeur waar we werkten. De chauffeur vroeg ons: “Os pretos se comportam bem lá?” (Gedragen de zwarten zich?). We wisten van woede niet wat we tegen de man moesten zeggen over zijn racistische vraag. Ook nu nog in ons dorp wordt gesproken over ‘os pretos’, ik interpreteer het woord ‘preto’ nog steeds als tenminste onwetend en meestal als denigrerende term.
Naomi zegt
Wat een leuke dingen om te leren. Bedankt.