In 2001 werd de Dam in Amsterdam op de schop genomen om opnieuw te worden ingericht. Voor de bestrating is gebruik gemaakt van twee en een half miljoen Portugese granietkeitjes. Deze zijn gelegd in een waaierpatroon en zijn een voorbeeld van de typisch Portugese techniek om voetgangersgebieden te bestraten met unieke patronen en mozaïeken.
Oorsprong
De oorsprong van deze techniek ligt in de Renaissance. Eind vijftiende eeuw was een tijd van grote rijkdom. Onder koning João II begon men met de aanleg van ‘Ruas Novas’ – nieuwe straten – langs de rivieroevers in Lissabon en Porto. De Renaissancekunstenaars grepen graag terug op klassieke tradities en in dit geval waren dat de Romeinse mozaïeken. In de buurt van Cascais waren steengroeven. Vissers vervoerden de stenen naar de stad.
Door aardbevingen in 1531 en 1551 moest men veel wegen vernieuwen, maar na de grote aardbeving van 1755 stond Lissabon voor een enorm project: het herstel van gebouwen en straten en het opnieuw inrichten van de stad.
De aanleg van straten met mozaïekpatronen had een voorvechter in de persoon van Eusébio Cândido Cordeiro Pinheiro Furtado (1777-1861). Hij was van 1840 tot 1846 gouverneur van het Castelo de S. Jorge en hij maakte van het fort en de omgeving een gebied waar mensen konden wandelen en zich verpozen. Hij plantte er bomen en bloemen en liet paden met mozaïekpatronen aanleggen. Hij kende de Romeinse technieken en combineerde ze met nieuwe inzichten over landschapsinrichting. De bevolking van Lissabon liep massaal uit om het resultaat te bewonderen.
De gemeente was zo onder de indruk dat Eusébio Furtado in 1848 een plan mocht uitvoeren voor het Rossioplein. In de bestrating van dit plein is met zwarte en witte stenen een golfpatroon gemaakt als eerbetoon aan de Portugese ontdekkingsreizigers. Voor het eerst creëerde men zo in de stad veilig gebied voor voetgangers. In hoog tempo voorzag men de belangrijkste straten en pleinen in de binnenstad van Lissabon van sierbestrating.
Zo werd Lissabon het voorbeeld voor dit type artistieke bestrating van voetgangerszones, in het Portugees ‘calçada portuguesa’ genoemd.
Materiaal
Bij de Portugese mozaïekbestrating maakt men gebruik van kalksteen. De meeste straatstenen komen uit de bergen Aire en Candeeiros ten noorden van Lissabon (districten Leiria en Santarém). Deze kalksteen is er in verschillende kleuren: wit, grijs in verschillende tinten, blauw, zwart, maar ook roze. Zo kan men motieven in kleur leggen.
De bedrijven die de stenen geschikt maken voor bestrating zijn meestal klein en vaak zijn het familiebedrijven. De stenen maakt men met pneumatische hamers los van de ondergrond in ondiepe steengroeves en dan klieft men ze met steeds kleiner wordende hamers tot straatsteentjes. Dit is nog steeds meestal handwerk. Er zijn inmiddels wel machines ontwikkeld voor machinale steenproductie, maar die zijn nog niet veel in gebruik. In grote zakken vervoert men de steentjes naar de plek waar ze gelegd worden door stratenmakers, ‘calceteiros’ genoemd.
Stratenmakers
Eerst stort men een laag steengruis die goed wordt aangestampt. Daarop komt een laag zand. Daarin legt men de straatsteentjes en tikt ze met een hamer vast. Daarna bezemt men zand, steenpoeder of cement over de bestrating om de voegen dicht te maken. Om patronen te maken gebruikt men mallen van hout, metaal of PVC. De steentjes worden met de hand bewerkt tot ze het juiste formaat hebben.
De gebruikte patronen zijn geometrisch of figuratief. Logo’s van winkels en bedrijven, telefoonnummers, stadswapens, toeristische info – alles kan in mozaïek uitgevoerd. Ook binnenshuis gebruikt men sierbestrating, in winkelcentra, hallen van appartementen of kantoorgebouwen.
Rond 1930 had de gemeente Lissabon 400 stratenmakers in dienst. In 1986 werd een school voor stratenmakers opgericht en een standbeeld van een stratenmaker kwam er in 2006.
Calçada portuguesa
Veel Portugese steden namen de techniek van bestraten over. De Wereldtentoonstellingen in Parijs (1900), Rio de Janeiro (1906), Kaapstad (1909) en Sevilla (1929 en 1969) brachten de techniek onder de aandacht van andere landen. Tegenwoordig vinden we voorbeelden van de ‘calçada portuguesa’ in de Verenigde Staten, Spanje, Brazilië, Macau, Angola, Kaapverdië. En in Amsterdam dus.
En zo is een eeuwenoude Romeinse techniek in de vijftiende eeuw weer opgepakt om tot grote bloei te komen in de twintigste eeuw. Hoe lang nog, is de vraag. De techniek is duur in aanleg en onderhoud. En dan zijn er regels bijgekomen op het gebied van milieu en arbeidsomstandigheden in de mijnbouw. Voorlopig nog maar even volop van de calçada portuguesa genieten!
Bron: Manual da Calçada Portuguesa, uitgave Direcção Geral de Energia e Geologia, 2009
Rienk Vlieger zegt
Wat een interessant verhaal over iets wat je elke dag in Portugal tegen kunt komen en daardoor zo gewoon lijkt. Dank!
Alice Pavao zegt
Alhoewel een goed idee van Amsterdam, hebben ze geen Portugese stratenmakers erbij genomen, zo luidt het verhaal, maar gewoon Nederlandse stratenmakers ingezet en die kennen deze techniek niet dus heel veel klachten binnengekomen bij de gemeente Amsterdam. Weet iemand eigenlijk of dit verhaal waar is ? BVD